90
'SCIENTIA' IN MIDDELBURG
62 Kesteloo, 'Stadsrekeningen' (1902), 118.
63 De Waard, Uitvinding, 307-309.
64 Nagtglas, Kerkeraad.
65 Bredius, 'Gildeboeken st. Lucas Middelburg', 252, 258.
66 [Anonymus]De magistraat der stad Middelburg.
67 De leverancier was Jan Burgerhuijs. Het kanon zelf is gegoten in Den Haag door Con-
raad Anton. Een tweede kanon droeg het wapen van burgemeester Jan van der Hooge.
In 1600 werden deze beide kanonnen door de stad geleverd aan de "Compagnie vuijt
Middelburg, reedende op Oost Indie", een voorcompagnie van de VOC. Een vergelijk
baar kanon uit 1599 met de naam en het wapen van Middelburg is nog steeds in het
bezit van de Sultan van Solo in Indonesië. Zie: Kesteloo, 'Stadsrekeningen' (1893), 16
en idem, (1902), 99. Zie ook: Kuijpers, 'Oud en merkwaardig geschut'.
68 Van den Broeke, Hetpryeel van Zeeland, 110, 136.
69 Margócsy, Commercial Visions.
70 Wijntgis wordt in zeventien verschillende Nederlandse levensbeschrijvingen genoemd
met betrekking tot kunstbezit. Hij bezat werken van Albert Dürer, Hieronymus Bosch,
Joachim Patenier, Henri de Bles, Joos van Cleef, Jacques de Backer, Joachim Buecklaer,
Frans Floris, Maarten van Heemskerk, Jan Mabuse (Gossaert), Gillis Mostart, Marinus de
Seeu, Joos van Winghen, Gillis van Conincxloo, Cornelis Cornelisz., Octavio van Veen,
Joachim Wtenwael. Zie Rijkhoff, De Liefdtot Consten Hijmans, 'Melchior Wyntgens'.
71 De L'Obel, Den Leytsman, 144. Zie ook: Eldering, 'Middelburgs biologisch onderzoek'.
De locatie 'Markt' noemt Parduyn in een brief aan Clusius in 1593. Onder deze naam
komt het pand ook voor in het Middelburgse haardstedenregister van 1601. De locatie
'Korte Delft' wordt genoemd in het haardstedenregister van 1606. Het uithangschild De
Gouden Mortier (ofwel een vergulde vijzel) is daar nog steeds te zien. Het huis draagt nu
de naam De Morinne.
72 Symon Jasperse Parduyn (J 1612) behoorde als compagnon van het handelshuis De
Moucheron tot de invloedrijkste kooplieden van Middelburg. Hij was bovendien sche
pen, raad en burgemeester van de stad en sinds 1596 rekenmeester van Zeeland. Net als
zijn broer de apotheker had ook hij een 'bloemhof'. Zie over hem: De Waard, lemma
'Parduyn' in NNBW, III, kol. 958 en Hunger, 'Acht brieven', 112.
73 Alle hierna genoemde brieven zijn online te vinden via Van Gelder (ed.), The Clusius
Correspondence. Zie voor de inhoud ook: Hunger, 'Acht brieven'; Eldering, 'Middelburgs
biologisch onderzoek'; Goldgar, Tulipmania, 20-29; Egmond, The World of Carolus Clu
sius, 143-155 en Van Zanen, Een buitengewone verscheidenheid.
74 De apotheker Thomas de la Fosse woonde in het westelijk hoekhuis Dam-Molstraat,
destijds nog net Giststraat genoemd. In 1601 werd dit huis met zeven haardsteden Den
Gouwen Pot genoemd, en in 1606, Den Blompot. Zijn eerste brief aan Clusius dateert
van 1589 toen hij nog in Tournay (Doornick) woonde. De la Fosse was een neef van de
apotheker Jean Mouton aldaar. In 1597 bericht hij Clusius vanuit Middelburg dat hij
net enige planten van Matthias de L'Obel heeft ontvangen. Zie: De la Fosse aan Clusius,
31 augustus 1589; idem, 12 juli 1596.
75 Johannes de Jonge aan Clusius, 14 mei 1596. Johannes de Jonghe (ook wel 'Junior') was
predikant te Middelburg vanaf 1583. In 1601 en 1606 woonde hij net buiten de stad,
iets voorbij de Seispoort.
76 Jacques Noirot aan Clusius, 6 februari 1601. Dat jaar woonde Noirot in De Vergulde
Peere op de Balans, in een huis met 7 haardsteden. In 1606 blijkt hij daar niet meer te
wonen. Hij was mogelijk een verwant van Jean Noirot, die in 1580 de eerste muntmees
ter van Zeeland was.
77 Arnout Verhouven woonde in de Leeuwenburch, in de Lange Noordstraat op de hoek van
de Blindenhoek, een huis met 9 haardsteden. Dit brede huis is in 1787 verwoest, tijdens
onlusten. Het was toen bewoond door de arts en patriot Lucas van Steveninck.