92 'SCIENTIA' IN MIDDELBURG 96 Hoorebeeke, L'Art de tenir livre de comptescas 19. Een Pieter Lobel huurde in 1601 een pand buiten de oude Noordpoort. Een weduwe De Lobel woonde in 1601 en 1606 in de Brakstraat in het huis 'De Robijn', direct naast Johan Radermacher de Oude, die in een van zijn brieven laat blijken Matthias de L'Obel persoonlijk te kennen. Radermacher aan Jacob Cool, 1 maart 1607. 97 De Jonge aan Clusius, 14 mei 1596. 98 Bredius, 'De bloemschilders Bosschaert', 138. 99 Bol, 'Een Middelburgse Brueghel-groep'(1955); idem, The Bosschaert dynasty (1960); Bakker, Masters of Middelburg (1984). 100 G.A. Bergen op Zoom, inv. nr. 9829: notaris A. Molkeman, f. 155, d.d. 4 november 1615: verklaring omtrent twee "blompotten". Geciteerd naar: Bol, 'Een Middelburg se Brueghel-groep', (1955), 98. Van Bosschaerts contact met de familie Radermacher getuigt zijn inschrijving uit 1602 in het Album Amicorum van Samuel Radermacher (1573-1621), de zoon van Johan Radermacher de Oude. UB Leiden, BPL 2185, fol. 62r (met pentekening van een drommedaris en het motto 'Rien sans Dieu'). 101 Goedaert, Metamorphosis Naturalis, deel 2 (c. 1662), 236. Zie ook 272. 102 Zie ook Van Berkel, 'Cradle of the telescope', 70: "It is hard to imagine a painter like Bosschaert studying a fly or a caterpillar without the help of a magnifying glass. In the sixteenth and seventeenth century such an instrument was not uncommon in the textile industry". 103 Uit zijn Antwerpse tijd dateert vermoedelijk zijn (ongedateerde) bijdrage aan het Album van Johannes Paludanus (KB). 104 Biografische details zijn ontleend aan de verklaringen van Michelius' oud-collega te Mid delburg Daniël Miverius (f1601) en de Dordtse arts Carel Baten (Carolus Battus; ca. 1540-1617), resp. d.d. 1 maart 1601 en 8 februari 1601, opgenomen in: Miscellanea Henrici Smetii (Frankfurt 1611), 721-725. 105 Michelius' Apologia Chymica was opgedragen aan de stadhouder van Holland en Zee land, graaf Maurits van Nassau. Zijn voorwoord gericht aan het Middelburgse stadsbe stuur is gedateerd 'Middelburg, 2 juli 1597'. 106 Libavius, Rerum chymicarum epistolica (1595). Zie: Moran, 'Eloquence in the Market place', 52-53, en idem, Libavius and the Transformation of Alchemy. 107 Libavius, Novus de medicina veterum tam Hippocratica (1599). Voorwoord gedateerd 18 april 1598. 108 In 1597 woonde Miverius in de Middelburgse Kerkstraat. Op 14 Aug. 1597 ontving hij zijn gage van 100 als een der vier stadsdoktoren. In mei 1598 werd hij als stadsdokter te Goes aangesteld. De Waard, Lemma 'Miverius', 109 Miscellanea Henrici Smetii (Frankfurt 1611), 721-725. 110 Lansbergen, Triangulorum Geometriae (1591). 111 Zie: Christmann, Observationum solarium, 92 en Miverius, Apologia pro Philippo Lans- bergio (1602). 112 Voor deze opdracht aan de Middelburgsche magistraat, gedagtekend Goes, 4 augustus 1602, kreeg Miverus' weduwe eind 1602 nog een bedragje uitgekeerd. Kesteloo, 'Stads rekeningen' (1902), 33-34. 113 Hollandi, Opera Mineralia (1600). 114 Van Gijsen, 'Isaac Hollandus revisited'. 115 Het huis De witte hazewind in de Langedelft (H. 6), was gelegen schuin tegenover het Kerkstraatje (zie fig 15, nr. 21). Het werd in 1612 door Magdalena Hoghelande, weduwe Jan Matens aan het Gasthuis vermaakt. De Waard, lemma 'Hoghelande'. 116 De L'Obel, Leytsman (16142), 364, 395, 454, 468, 480, 483. Goede apparatuur werd belangrijk gevonden getuige de uitspraaak van De L'Obel: "Want de bequaemheyt vande instrumenten - als de alchymisten seggen - maken den meester". Ibidem, 473. 117 Frederiks, 'Petrus Hondius' (1885); Rijkse, 'De Moffenschans' (1995-1997).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 94