94 'SCIENTIA' IN MIDDELBURG de pylaren van de Nieuwe kercke". Sacharias Jansen zal dus inderdaad in dat huis zijn opgegroeid. De Waard veronderstelt dat hij pas na zijn huwelijk in 1610 het huis van zijn moeder heeft verlaten en toen op het Koorkerkhof is gaan wonen. De Waard, Uitvinding, 178, 322, 326. 132 De Waard, Uitvinding 120 (tot 1610 wonend bij de muntpoort); 121-122 (valse munter in 1613); 123-136 (valsemunter te Arnemuiden in 1618 en 1619). Na enige tijd voort vluchtig te zijn geweest, keerde Jansen in 1621 terug naar Middelburg, waar hij in 1622 op de pof het huis Den Swarten Leeuw in de Schuitvlotstraat kocht. In november 1626 vertrok Jansen naar Amsterdam, waar hij tot aan zijn faillissement in mei 1628 op de Dam als brillenmaker heeft gewerkt. Vóór 1632 moet hij zijn overleden. Zijn zoon Jo hannes Sachariassen (1611-na 1655) keerde terug naar Middelburg, waar hij vanaf 1630 als 'brilmaker' actief was. Zuidervaart, 'Uit vaderlandsliefde', 51, noot 6 en 52, noot 20. 133 Marie de Man deelt mee dat de kamer van de rederijkers zijn entree had op de Markt, maar ver achter de daar gelegen huizen lag. Een notitie in het archief Bredius (RKD), gemaakt vóór 1940 uit het vernietigde Middelburgse archief, situeert de "Camer van Rhetorica" ten zuiden van een pand in de Lombardstraat, genaamd Het Somerhuys, dat aan de oostzijde grensde aan het Gravensteen op de Lange Burg. De Man, ''De voorma lige Middelburgsche rederijkerskamer het Bloemken Jesse' (1917), 19-20; RKD, Den Haag, notitie d.d. 4 sept. 1619. 134 Bosschaert woonde tot ca. 1615 in Middelburg, eerst bij zijn vader in de Noordstraat 'over het stadhuys' en vervolgens na 1611 aan de zuidzijde van de Oude of St. Pieters kerk. Bredius, 'De bloemschilders Bosschaert', 138. 135 In 1606 woonde Magnus in het huis De Sonne op de Markt in Middelburg. Hij had ken nelijk enige technische expertise, want hij werd door de Staten-Generaal vaker ingezet om uitvindingen te beoordelen. Zie: Buning, Privileged Knowledge (2015), appendix E; Van Helden, Invention, 42; Rijperman Japikse, Resolutiën Staten-Generaal, 624. 136 Zoomers Zuidervaart, Embassies, 55. 137 Ibidem. 138 Dijkstra, Between academics and idiots, 151-154. 139 Cocquyt, 'Beeckman gaining understanding of the telescope'; Sirtori, Telescopium. Zie ook: Dijksterhuis, 'Magi from the North'. 140 Adam Boreel (1602-1665) vervaardigde verrekijkers tenminste sinds 1646. Zie: Lam- bour, 'De alchemistische wereld van Galenus Abrahamsz', 106, 111. Zie ook: Van der Wall, 'The Dutch hebraist Adam Boreel', 245-246; 252 en Hartlib Papers: John Dury aan Hartlib, 1 december 1646 (ref: 3/3/61A). 141 Neele, Heyning Rooze-Stouthamer, 'Religie en Cultuur'. 142 Zie hierover uitvoerig: Reeves, Galileo's Glassworks. 143 In de Magia, oft de wonderlicke wercken der naturen, zoals Della Porta's boek in Neder landse vertaling van 1566 heette, kwam dit stuk nog niet voor. 144 Borrelli [et al], The Optics of Della Porta. 145 Anna E.C Simoni, The Radermacher Sale Catalogue. Online http://www.johanraderma- cher.net. 146 Radermacher aan Cool, Middelburg, 17 januari 1604. Hessels, Ortelianum epistulae, nr. 334, 787. 147 Ibidem. 148 Radermacher aan Hugo de Groot, Middelburg, 13 juni 1605. Molhuysen, Correspon dence Grotius, brief 65. 149 Lansbergen, Verclaringhe, 39; In 1606 maakte Lansbergen een gedicht op een nieuwe ster voor Radermacher. Zie Bostoen, Album Rotarii, 103r. 150 Bostoen, Bonis in Bonum, 32. 151 Ibidem, 47-48. 152 Radermacher aan Ortelius, 12 december 1591. Hessels, Ortelianum epistulae, nr. 206, 494-497.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2017 | | pagina 96