96
'SCIENTIA' IN MIDDELBURG
174 Helaas is het journaal met wetenschappelijke aantekeningen van Johan Radermacher
verloren gegaan. Net als Isaac Beeckman die in de jaren 1604-1634 een journaal bijhield
getiteld loci communes (gemeenplaatsen [van beginselen]), had ook Rademacher een der
gelijk journaal. Zie: Johanna Radermacher, 'Copie genomen van onser saeliger ouders,
en onser geboorte gecopiert wt onsen eerwerdigen vaeders Johan Radermachers boeck,
geheeten loci comunes met syn eygen hant geschreven'. Zeeuws Archief, Middelburg,
Fam. Arch. Schorer, inv. nr. 37.
175 Zie voor de geleerde cultuur van wetenschappelijke liefhebbers in Londen: Harkness,
The Jewel House.
176 De doopgetuigen van Lipperheys kinderen, die vermeld staan in de bewaard gebleven
aantekeningen opgetekend in de jaren 1816-1817 door Cornelis Johannes Serlé, destijds
directeur van het hypotheekkantoor te Middelburg, geven op dit punt geen nadere in
zichten. Mogelijk dat 'Monsieur Becher', getuige in 1603 bij de doop van Lipperheys
zoon 'Nicolaus', dezelfde was als 'Nicolaus de Backer van Gent', in 1591 een van de
22 schoolmeesters te Middelburg die toen het poorterschap aanvroegen. Deze massale
aanvraag van het Middelburgse burgerschap vloeide voort uit de oprichting dat jaar
van het Middelburgse schoolmeestersgilde. Zie Zuidervaart, 'Uit vaderlandsliefde', 54,
noot 37 en Van Schelven, Zuid-Nederlandsche schoolmeesters en schoolvrouwen', 81.
177 Zie de STCN voor het uitgeversfonds van Zacharias Roman (1595-1667), waaronder
uitgeversrestanten van Jan Pieters van de Venne. Hij was een zoon van de Haarlemse
stadsdrukker en uitgever Gillis Rooman (f 1609), afkomstig uit Gent. Hoewel Zacharias
pas in 1619 voor het eerst in Middelburg wordt vermeld, zal hij er al veel eerder hebben
rondgelopen. Twee ooms van hem (Jan en Pieter Rooman) en vermoedelijk een tante
(Leviena Rooman, sinds 1597 echtgenote van Joos de Bruijne uit Gent) woonden er
al geruime tijd. Als 'Weduwnaar van Gent' was Jan Rooman in 1592 te Middelburg
gehuwd met Jaquemijnken van Weymaess uit Neerbraeckel. Nadien is hij zowel in 1596
als in 1600 te Middelburg als ouderling geboekstaafd. In 1601 woonde Jan in een huis
met vijf schouwen iets buiten de de Seispoort. Hij overleed begin 1606. Volgens aan
tekeningen van Bredius was de inventaris van zijn boedel omvangrijk. Zijn erfgenamen
bezaten dat jaar het huis Het wapen van Gent in de Lange Viele. De andere oom, Pieter
Rooman (die vermoedelijk beeldhouwer was), woonde in 1606 op de oostelijke hoek van
de Molstraat en de Dam. Zijn gelijknamige zoon werd er in 1607 geboren. Deze zoon
zou een vermaard beeldsnijder in Den Haag worden. Een niet bij name genoemde zuster
van de gebroeders Rooman woonde in Arnemuiden als echtgenote van Francoys Pinseel.
Zowel Gillis, als Jan, als Pieter Rooman traden op als doopgetuige van hun kinderen,
in resp. 1595, 1597 en 1599. Zacharias' vader Gillis Rooman haalde uit Middelburg
ook zijn tweede vrouw, Sara van de Woestijne, met wie hij in 1609 in het huwelijk trad.
Kortom, gezien deze sterke Zeeuwse familiebanden, maar ook omdat Zacharias Roman
in 1620 in de Kerkstraat woonde, vlakbij Lipperheys huis (zie Afb. 15, nr. 22), zullen
zij elkaar al langer hebben gekend. Zie: Bredius, aantekeningen RKD; Nagtglas, Levens
berichten, 538-541 en Van de Kerk, Haarlemse drukkers en boekverkopers, hoofdstuk 5:
'Gillis Rooman'.
178 Zeeuws Archief, verzameling aanwinsten Rijksarchief Zeeland 1960, nr. 17. Inv. nr. 192:
originele akte van notaris Jan van der Rijst, d.d. 26 september 1619. Lipperhey overleed
drie dagen later. Hij liet zijn vier wezen 'de somme van vierhondert carolusguldens van
40 ponden grooten Vlaems' na. De tweede in het testament aangewezen voogd was
glazenmaker Jacob Claaijssen, die blijkens het kohier van 1606 woonde in het huis De
Goude Ruytte, naast het hoekhuis van de Kapoenstraat met de Wal.
179 De Waard en Van Dixhoorn identificeren de rederijker Samuel Bollaert op onzekere
gronden met de in 1619 geboren Samuel Bollaert 'de jonge'. Echter, uit een in december
1639 te Amsterdam door Samuel Bollaert 'de oude' gesloten contract blijkt dat diens ge
lijknamige zoon Samuel Bollaert 'de jonge' met ingang van januari 1640 voor drie jaar in
Amsterdam in de leer ging om het vak van boekbinder te leren. Deze zoon verbleef in die