De bij de bestudering van de natuur overheersende gedachte dat alles de hand
van de Schepper liet zien, deed deze beoefenaar van de fysico-theologie dus niet
de ogen sluiten voor 'oogschynende gebreken maar zijn houding was evenzeer
aanleiding om ook deze zaken nauwkeurig te bestuderen. Het was volgens Le Roy
juist een misverstand om hieraan voorbij te gaan. Omdat ook wangedrochten van
Gods hand kwamen, waren ze de moeite waard om nauwkeurig beschreven te
worden en zelfs in prent afgebeeld te worden.
Van Iperen probeerde de uitvinding van de telescoop en de ontdekkingen die
men daarmee had gedaan, toe te passen op moeilijk verklaarbare Bijbelpassages
om deze ook geloofwaardig te laten zijn.51 Bij hem zien we een combinatie van
fysico-theologie en apologetiek, een verschijnsel dat veelvuldig voorkwam.52 Van
Iperens religie was dus sterk rationeel van karakter. Alles moest verklaarbaar zijn.
De fysico-theologie had zeker geen gesloten karakter.53
lOO
De rol van religie in de beginiaren van het Zeeuws Genootschap
'Een wanstallige Menschen-vrucht'
bij de verhandeling van J. le Roy,
Verhandelingen van het Zeeuwsch
Genootschap deel 3, na p. 528,
Middelburg 1773. Bron: Zeeuwse
Bibliotheken, Tijdschriftenbank.
51 J. van Iperen, Verbeteringe van het zintuig des gezichts, 461-509.
52 Bots, Tussen Descartes en Darwin, passim.
53 Mijnhardt, Tot heil van 't Menschdom, 199-200.