een afschuwellyke kerkschendery verklaarde, moest noodzaaklyk de Keizerlyke snede als een schandelyke daad aangemerkt worden' en sindsdien was deze opera tie in het vergeetboek geraakt.89 Na op deze wijze een appel gedaan te hebben op het christelijk gevoelen en kritiek geleverd te hebben op verkeerde godsdienstige voorstellingen, wijdde hij zijn verdere betoog aan het geven van voorbeelden over het nut van de keizersnede. Het is duidelijk dat hij de godsdienst aanwendde om zijn pleidooi voor de keizersnee kracht bij te zetten. Een vergelijkbare benadering zien we bij de Amsterdamse heelmeester S. van Nooten. Hij deelde het Genootschap mee dat er goede ervaringen waren opge daan om patiënten met het toedienen van elektrische schokken te genezen van verlamdheid.90 De oplossingen van vraagstukken rond elektriciteit was volgens hem dan ook 'van een alleruitgebreidst nut voor het Menschdom, maar het zou 'tevens de wysheid en goedheid des Grooten Scheppers ook in deeze verbaazende eigenschappen kennelyk doen worden.' Beide doelstellingen stonden immers op het programma van het Genootschap. Zo probeerde Van Nooten zijn lezerspu bliek te overtuigen van de noodzaak van het toepassen van elektriciteit. Hierover bestond er in de achttiende eeuw nog veel discussie en onzekerheid.91 De jurist Wilhelm Schorer greep het geloof in God aan om een argument te vinden tegen het duelleren.92 Deze tweegevechten werden als een actueel maat schappelijk probleem ervaren. Hoewel er plakkaten waren uitgevaardigd, was handhaving van de wetgeving tegen het tweegevecht toch vaak een wassen neus.93 Vandaar dat deze rechtsgeleerde dit probleem in zijn verhandeling aan de orde stelde. Eerst probeert hij als goed natuurrechtsdenker op redelijke gronden aan te tonen dat het duelleren niet past bij de menselijke natuur. Vervolgens laat hij zijn lezerspubliek kennismaken met een denkbeeldige verontschuldiging die een ge- Willem Peene 109 89 Ibidem, 329, 330. 90 S. van Nooten, Bericht van het gebruik der elektriciteit in de genezing van lammigheid. In: Verhandelingen van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen III. Middelburg, 1773, 463 490; A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden bevattende levensbeschrij vingen van zoodanige personen die zich op eenigerlei wijze in ons vaderland hebben vermaard gemaakt deel V, 1859, 97. 91 A. de Knecht-van Eekelen, Geneeskundige Elektriciteit: therapeutische toepassing van een achttiende-eeuwse vinding. In: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 1995, nr. 44, 2269 2275. 92 W. Schorer, Verhandeling over de dwaasheid en schandelykheid der tweegevechten. In: Ver handelingen van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen IV. Middelburg, 1775, 543-576. 93 I. Matthey, Eer verloren, al verloren. Het duel in de Nederlandse geschiedenis. Zutphen, 2012, 161-175; I. Mattey, Eer is teer. Duelleren in Holland 1600-1800. In: Pro Memorie. Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden. Hilversum, 2005, 81-114.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 111