Oeconomische Tak en de hierna te belichten Maatschappij tot Nut van 't Alge meen werden sterk geassocieerd met de patriotten. In het overwegend prinsge zinde Zeeland werkte dit voor nieuwe initiatieven verlammend. Batavus en het Zeeuws Genootschap Ondertussen had in 1783 een particulier, die zich verschool achter de naam Bata vus, de handschoen opgepakt. Hij liet een werkje drukken met als titel De dadelyke verbetering van 't schoolwezen als uitvoerbaar, aangedrongen aan de beminnaaren van hun Vaderland. Hij zond dat toe aan het Zeeuws Genootschap, de Hollandse Maatschappij van Wetenschappen en de Oeconomische Tak. De brochure werd aangeboden met een gedrukte brief ondertekend door Batavus. Op het titelblad duidde de auteur zich aan als 'Een vriend van 't menschdom. Vermoedelijk was Bernardus Bosch (1746-1803), predikant te Diemen, de auteur.11 De auteur sloot zich van harte aan bij de auteurs van de verhandelingen van het Zeeuws Genoot schap. Ook hij gaf een sombere beschrijving van het onderwijs en noemde de schoolmeesters, uitzonderingen daargelaten, onbekwaam. Batavus zag de geringe bezoldiging als een van de belangrijkste oorzaken. Een andere reden was het ont breken van toezicht. Uitgewerkte voorstellen bevatte de brochure niet. De auteur verwees daarvoor naar de Verhandelingen van het Zeeuws Genootschap en naar het belang van plaatselijke initiatieven. Het bestuur van het Zeeuws Genootschap besloot op 25 maart 1783 de bro chure in handen te stellen van een commissie met als leden de predikanten Adri- anus 's Gravezande, Hermanus Johannes Krom, Ane Drijfhout, hoogleraar Jona Willem te Water en dominee Gerardus Kuipers (de twee laatstgenoemden waren secretarissen van het Genootschap) en de koopman Leendert Bomme. 's Grave- zande was de rapporteur van de commissie. Op 25 november kwam haar advies aan de orde in het bestuur van het Genootschap die de commissie verzocht in deze zaak verder te gaan 'welke zooveel invloeds heeft op de beschavinge onzer 122 De prijsvraag van het Zeeuws Genootschap over het onderwijs, 1778 11 Bernardus Bosch bediende zich van het pseudoniem Batavus. De menschenvriend was de titel van het tijdschrift dat door Bosch en Martinus Nieuwenhuyzen vanaf 1788 werd geredigeerd. In 1787 trad Bosch terug als predikant vanwege zijn patriottische gezindheid. In 1791 vestigde hij zich in Bergen op Zoom waar hij een jaar later een departement van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen oprichtte. In de inwijdingsrede verwees hij naar zijn plan voor de verbetering van de scholen dat voortijdig was gesmoord. Een beroep van de Gereformeerde Gemeente in Poortvliet in 1790 had geen doorgang gevonden omdat de Staten van Zeeland dat annuleerden. H.F.J.M. van den, Eerenbeemt, Bernardus Bosch: Nutsfiguur, schrijver en politicus. In: De Gids, jrg. 134, 1971, 489-499; P.N. Helsloot, met medewerking van N.L. Dodde, Martinus Nieuwen huyzen, 1759-1793, Pionier van onderwijs en volksontwikkeling. Amsterdam, 1993, 40.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 124