bijdragen nieuw licht werpt op allerlei aspecten van de 250 jaar lange geschiede
nis van het Zeeuws Genootschap en de geleerde liefhebbers en professionals die
er deel van uitmaakten.
Bij bestudering van de artikelen is het dienstig enige kennis te hebben van de
vindplaatsen der handschriften die in de bijdragen veelvuldig aangehaald worden.
De handschriften die door het Zeeuws Genootschap bijeen werden gebracht en die
dus direct afkomstig zijn uit de collectie van het Genootschap zelf, en die de brand
van 1940 hebben overleefd, berusten nu in de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg.
Het archiefmateriaal dat uit de werkzaamheid van het Zeeuws Genootschap als
archiefvormde instantie is voortgekomen, wordt onder toegangsnummer 26 be
waard in het Zeeuws Archief te Middelburg. Deze beide archiefverzamelingen zijn
in gedigitaliseerde vorm volledig online toegankelijk. De realia-collecties van het
Zeeuws Genootschap worden beheerd door het Zeeuws Museum, het MuZeeum
te Vlissingen, het Stadsmuseum Zierikzee en Erfgoed Zeeland.
Benaderingen in de genootschapsgeschiedenis
De geschiedschrijving over genootschappelijkheid, dat wil zeggen de opbloei van
het geestelijk leven van volwassenen in formele organisaties buiten de universiteit
om, heeft zich vooral gericht op de achttiende eeuw. Die eeuw werd ook al door
tijdgenoten in heel Europa beschouwd als de eeuw van de genootschappen. Een
tweede belangrijke interesse in de geschiedschrijving over genootschappelijkheid
richtte zich op de voorgeschiedenis. De origine wordt traditioneel in verband ge
bracht met de academies, de literaire gezelschappen van het zestiende-eeuwse
Italië. Vooral de genealogie van de Académie fran^aise, opgericht door kardinaal
Richelieu in 1635, speelt in deze voorgeschiedenis een gecanoniseerde rol. De
Académie fran^aise was geïnspireerd op de academies van Florence, vooral de
Accademia della Crusca, en leverde het model voor de Académie des sciences
van 1666, en een hele reeks andere gespecialiseerde academies in Parijs en de rest
van Frankrijk, opgericht onder Colbert. Samen met de Royal Society van Londen,
opgericht in 1662, vervulde de Académie des sciences een modelfunctie in de vor
ming van een steeds hechter wordend wereldwijd netwerk van genootschappen
dat het hele Europese continent omspande en zich ook uitstrekte tot Europese
vestigingen in Azië en de Amerika's. Sinds kort weten we dat de genootschap
pelijke voorgeschiedenis veel gecompliceerder is en verder terug reikt in de tijd.
Zo zou de Consistori del gay saber van Toulouse, opgericht in 1323 en in 1694
omgedoopt tot academie, een modelfunctie hebben vervuld in de vorming van
12
INLEIDING