nootschappelijke activiteiten dan via het lezen, vonden school- en kinderboeken wel een relatief grote aftrek bij Van Benthem: Mijnhardt en Kloek berekenden dat ongeveer negentig procent van de Middelburgse huishoudens nauwelijks of geen boeken kocht, behalve af en toe een schoolboekje.3 Kwam het type kennis dat via genootschapsactiviteiten breed werd verspreid onder volwassenen via boeken ook bij de jeugd terecht? Benutte de Zeeuwse genootschapscultuur het jeugdboek als een instrument om nieuwe generaties te bereiken? De bloeiende achttiende-eeuwse jeugdboekenproductie en genootschapscul tuur worden doorgaans niet in samenhang met elkaar bestudeerd, terwijl zij bei de voortkwamen uit het verlichte maatschappelijke ideaal van zelfontplooiing en kennisontwikkeling. De productie van boeken voor de jeugd nam in de tweede helft van de achttiende eeuw een grote vlucht,4 waardoor het vaste aanbod van schoolboekjes die soms al eeuwenlang gebruikt werden - Huib Uil liet dit zien voor Zeeland5 - substantieel werd uitgebreid met verlichte jeugdboeken die jonge lezers probeerden aan te spreken op hun eigen niveau van denken en redeneren, binnen hun eigen leef- en belevingswereld en met het oog op hun toekomstige rol als onderlegd, verantwoordelijk burger.6 In dit artikel laat ik zien dat de Zeeuwse genootschapscultuur een drijvende kracht vormde achter de productie van Nederlandstalige verlichte jeugdboeken 138 Het achttiende-eeuwse jeugdboek als instrument 3 J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt, Bij Van Benthem geboekt. Een reconstructie van het Middel burgse koperspubliek in 1808. In: W. van den Berg en J. Stouten, Het woord aan de lezer. Zeven literatuurhistorische verkenningen. Groningen, 1987, 142-165, met name 152 en 159. Kloek en Mijnhardt publiceerden over dit onderzoek ook op andere plaatsen: J.J. Kloek en W.W. Mijn hardt, Lezersrevolutie of literaire socialisatie? In: J. Goedegebuure, Nieuwe wegen in taal- en literatuurwetenschap. Handelingen van het Eenenveertigste Filologencongres. Tilburg, 1993, 211 224; J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt, Leescultuur in Middelburg aan het begin van de negentiende eeuw. Middelburg, 1988. 4 J. Salman, Children's Books as a Commodity. The Rise of a New Literary Subsystem in the eighteenth-century Dutch Republic. In: Poetics, nr. 28-5/6, 2000, 399-421; J. Salman, Kinder boekrecensies in het literaire en opvoedkundige krachtenveld van de achttiende eeuw. In: G.J. Johannes en J. de Kruif, Een groot verleden voor de boeg. Cultuurhistorische opstellen voor Joost Kloek. Leiden, 2004, 37-61; P.J. Buijnsters en L. Buijnsters-Smets, Bibliografie van Nederlandse school- en kinderboeken 1700-1800. Zwolle, 1997. 5 H. Uil, De scholen syn planthoven van de gemeente. Het onderwijs in Zeeland en Staats-Vlaan- deren 1578-1801. Bergschenhoek, 2015. 6 Een goede inleiding op de achttiende-eeuwse ontwikkelingen in de jeugdliteratuur is nog steeds: P.J. Buijnsters, Nederlandse kinderboeken uit de achttiende eeuw. In: H. Bekkering e.a., De hele Bibelebontse berg. De geschiedenis van het kinderboek in Nederland Vlaanderen van de middeleeuwen tot heden. Amsterdam, 1989, 169-228. Een recenter - maar beknopter - over zicht bieden I.B. Leemans en G.J. Johannes, Worm en donder. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800, de Republiek. Amsterdam, 2014, hoofdstuk 6.3.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 140