over de natuur als het werk van God. Dat soort boeken hielp niet alleen het in
houdelijke programma van de genootschappen breder te verspreiden en jonge ge
neraties een actieve lees- en kijkhouding aan te leren. De jeugdboeken lijken ook
vormen van genootschappelijkheid onder de jeugd te hebben gestimuleerd, en
een toegangspoort te zijn geweest voor het genootschappelijke leven zelf: wie een
goed fysicotheologisch jeugdboek produceerde, maakte kans om bij het Zeeuws
Genootschap als lid te worden binnengehaald.
Na een introductie op kennisverspreiding en jeugdeducatie als speerpunten
van het Zeeuwse genootschapsleven (paragraaf 2), bespreek ik een samenhan
gende reeks van fysicotheologische jeugdboeken die in deze context ontstonden:
ze werden op Zeeuwse bodem gemaakt en/of door mensen die lid waren van het
Zeeuws Genootschap (paragraaf 3 en 4). Daarna betoog ik dat deze jeugdboeken
productie de Zeeuwse genootschapscultuur mee vormde (paragraaf 5). Dit artikel
biedt zo zicht op de verknooptheid van de achttiende-eeuwse jeugdige leescul
tuur met genootschappelijkheid, en op de stimulerende rol van Zeeland - met
zijn bloeiende genootschapscultuur en banden met Engeland - voor de ontwik
keling van fysicotheologische jeugdboeken in de Nederlandse taal.
Kennisverspreiding en jeugdeducatie als speerpunten van de Zeeuwse ge-
nootschapp elijkheid
De Zeeuwse genootschapscultuur was in de tweede helft van de achttiende eeuw
opvallend bloeiend en levendig. Er is wel geopperd dat juist de kleinschaligheid
van de samenleving de genootschappelijkheid stimuleerde: leden waren hier
enorm van elkaar afhankelijk en vaak op allerlei manieren met elkaar verknoopt
in hun sociale en professionele leven.7 'Typisch Zeeuws' kan het genootschapsle
ven echter zeker niet genoemd worden, want overal in de Republiek en daarbui
ten ontstonden in de tweede helft van de achttiende eeuw genootschappen. Die
ontwikkeling was onlosmakelijk verbonden met de verlichte idealen van onder
wijs en kennisverspreiding: zoveel mogelijk mensen in de samenleving moesten
zich ontwikkelen - moesten kennis opdoen, een kritisch denkvermogen trainen
Feike Dietz
139
7 Sturkenboom en Jacob, A Women's Scientific Society, 242: 'In Middelburg science, commerce,
cosmopolitanism, and utilitarian and reformist ideals combined with a strongly religious
culture and a specific sociopolitical structure where enormous amounts of money and power
were concentrated in the hands of a small number of families, who, in addition, very much
depended on each other for daily contacts and diversions. Somehow all these factors together
triggered the foundation of a unique institution - and institution of a sort that women else
where at that moment could only dream of.'