over dingen die we niet zelf hebben gezien, maar waarover we hebben gelezen in
kranten of gehoord in verhalen over verre landen. Volkomen, wezenlijke denk
beelden zijn gebaseerd op onze eigen waarnemingen.42 Waarnemen is de basis
van echte denkbeelden en van echte kennis, zo leert de lezer van De Philosophie
der tollen en ballen. Het voorbericht bij het boek, toegevoegd door de vertaler
en dus niet aanwezig in het Engelse origineel, brengt die beschouwende kennis
verwerving in verband met de godsdienst: zo kan in de 'tedere Zielen' van de
kinderen 'eene groote liefde en eerbied voor den schepper' ontstaan. Zij zullen
'erkennen, hoe groot de Heer en Meester van alles, en hoe uitgebreid zyne Magt,
Wysheid en Goedheid is. Zij zullen 'door het zien en gadeslaan van de wonderen
der Natuure' God leren kennen, danken en met liefde vereren.43 Het boek wordt
dus in de markt gezet als een boek dat via het door waarnemingen begrijpen van
natuurkundige verschijnselen de jeugd in staat stelt de grootheid van Gods werk
te zien en loven - de basisgedachte van de fysicotheologie.
Met De Philosophie der tollen en ballen wordt een lijn van jeugdeducatie in
gezet die in de decennia daarna wordt uitgebouwd in allerlei jeugdboeken die
rondom het Zeeuws Genootschap circuleerden. Deze boeken zijn meer of min
der 'natuurkundig' van karakter, maar delen een fysicotheologische belangstelling
voor het observeren van de wereld als basis van Godsgeloof.
Jeugdboeken rondom het Zeeuws Genootschap: boeken als optische
instrumenten
Op vergelijkbare wijze als in De Philosophie der tollen en ballen, werd in Onderwys
in den godsdienst (1780) door Zeeuws Genootschapslid Jacob van Nuys Klinken
berg uitgelegd dat een zuiver denkbeeld op basis van waarneming tot stand komt:
Het achttiende-eeuwse jeugdboek als instrument
Door gewaarwording verkrygen wy denkbeelden van alle lichaemelyk zaeken,
welke zich aen onze zintuigen voordoen: want onze zintuigen worden door
de lichaemelyke voorwerpen, welke dezelve omringen, gevoelig aangedaen,
en deeze aendoeningen brengen, door de gemeenschap van de ziel met ons li-
chaem, de vertooningen van die lichaemelyk zaeken in ons verstand te weeg. Dit
is uit de ondervinding alleszins blykbaer. Wanneer wy een voorwerp zien, het
42 Ibidem.
43 Ibidem, voorbericht fol. 3v.