zich identificeren met de leerling in de tekst en de plaatjes in hun boek werkelijk bekijken. Zo leren ze zelf hoe optische instrumenten ingezet kunnen worden om verschijnselen te zien en om beter te leren kijken. Al deze jeugdboeken zijn te verschillend om van een homogeen subgenre te kun nen spreken. Maar de aanwezigheid van deze verzameling thematisch verwante boeken wijst in geval op een jeugdliteraire 'mode' die in Zeeland aansloeg. Zij werd mede gevoed vanuit het fysiek en mentaal nabije Engeland, waar de natuur wetenschap een steeds prominenter thema aan het worden was in de boekenpro ductie voor de jeugd.58 Niet alleen was De Philosophie der tollen en ballen zeer direct op een Engels model gebaseerd, maar ook waren de hierboven besproken Lofzangen in Prosa vertaald naar een Engels jeugdboek: Hymns for Children (1781) Feike Dietz 155 Johannes Florentius Martinet, Katechismus der natuur. Amsterdam, 1777-1779, tegenover 148. KB Nationale bibliotheek: 1158 B 5:1. 58 Aileen Fyfe, Tracts, Classics and Brands: Science for Children in the Nineteenth Century. In: Julia Briggs, Dennis Butts en M.O. Grenby, Popular Children's Literature in Britain. Aldershot en Burlington, 2008, 209-228; Greg Myers, Science for Women and Children: The Dialogue of Popular Science in the Nineteenth Century. In: John Christie en Sally Shuttleworth, Nature Transfigured: Science and Literature, 1700-1900. Manchester, 1989, 171-200.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 157