Didi van Trijp
het genootschapsleven in Zeeland op gang begint te komen, leggen verschillende
onderzoekers zich op de studie van deze natuur toe. Een van die onderzoekers
was de Zierikzeese arts Job Baster (1711-1775). In de introductie van zijn Natuur
kundige uitspanningen in 1762 had deze Baster de onderwaterwereld, met name
die van zee-insecten en planten, beschreven als 'een nieuwe weereld, over wiens
inwoonders nog weinig bekend is, dog echter om hunne byzondere manieren van
voortteling, beweeging, huishouding en andere eigenschappen, de aandagt van
een nauwkeurigen onderzoeker wel waard zijn.'7 De relatieve onbekendheid van
het zeeleven stond in schril contrast met de rijke kennis over landdieren, die al
uitvoerig waren onderzocht. Ook constateerde Baster dat de kennis van planten
die op het land groeiden vele malen groter was dan het begrip van planten die
zich in de zee bevonden.8 Baster hoopte dan ook dat zijn bespiegelingen anderen
zouden aansporen om 'te tragten, de kruidkunde der zee-planten tot dien trap
van volmaaktheid te brengen, als dezelve rondom de aardse planten is.'9 De tot
dusver nog vrij bescheiden natuurhistorische aandacht voor het zeeleven deed
volgens hem geen recht aan de bijzonderheid en rijke variëteit van de zich in de
zee ophoudende dieren en planten.10
Deze bijdrage behandelt het werk van een drietal leden van het Zeeuws Ge
nootschap van het eerste uur die de onderwaterwereld om zich heen in kaart
probeerden te brengen: Baster, Bomme en Slabber. Met name op de pagina's van
het Archief hebben deze natuurliefhebbers al enige aandacht genoten. W.S.S. van
Benthem Jutting en C.M. van Hoorn hebben uit de archieven talrijke bronnen
van en over deze onderzoekers opgediept en hun leven en werken tot in detail be
schreven, waarbij deze wel steeds los van elkaar werden behandeld.11 In de jaren
tachtig van de vorige eeuw heeft M. Fournier Baster, Bomme en Slabber in onder
ling verband bestudeerd en daarbij in het bijzonder gelet op hun vaardigheid als
163
7 J. Baster, Natuurkundige uitspanningen, deel 1. Haarlem, 1762, 8. Beide boeken werden tussen
1762 en 1765 gedrukt in Haarlem door Jan Bosch en werden in die periode bij dezelfde drukker
ook in het Latijn uitgebracht onder de titel Opuscula subseciva. Begin negentiende eeuw
werd de serie herdrukt in een zogenaamde 'vernieuwde Hollandsche uitgave, die echter niet
veel verschilt van de eerdere editie: J. Baster, Natuurkundige uitspanningen; behelzende eene
beschrijving, van meer dan vier hondertplanten en insekten, keurig naar het leven afgebeeld.
Utrecht, 1817.
8 Baster, Natuurkundige uitspanningen 2, 116.
9 Ibidem, 117.
10 Baster, Natuurkundige uitspanningen 1, 38.
11 C.M. Verkroost, Brieven van Job Baster aan Collega's en Vrienden in Zeeland. Middelburg,
1980.