serie getiteld Natuurkundige verlustigingen en droeg deze op aan Johan Adriaan
van de Perre, destijds de voorzitter van het Zeeuws Genootschap.22 Afzonderlijke
hoofdstukken werden opgedragen aan Baster en Bomme. Baster, Bomme en Slab
ber publiceerden hun bevindingen in de Verhandelingen van het Zeeuws Genoot
schap. Dat waren niet uitsluitend observaties van natuurhistorische aard, zoals
blijkt uit Basters publicatie van zijn tabellen met meteorologische waarnemin
gen in Zierikzee.23 Bomme publiceerde meermaals observaties van 'zonderlinge
zee-insecten' in de Verhandelingen van het Genootschap.24 Ook Slabber stelde
verschillende natuurhistorische notities op die in de Verhandelingen werden ge
plaatst. In al hun publicaties namen zij het classificatiesysteem dat de Zweedse
naturalist Carl Linnaeus in de eerste helft van de achttiende eeuw had opgesteld
in acht. In dit systeem konden de rijke verschijningsvormen van de natuur wor
den samengevat in een ordentelijk schema - zowel de reeds bekende als de nieuw
ontdekte soorten die in de nasleep van de oprichting van handelscompagnieën
Europa binnen waren gestroomd. Het naturaliënkabinet van het Zeeuws Ge
nootschap kwam vanaf 1771 tot stand, al vormden zich in de voorgaande eeuw
al verzamelingen met uitheemse (natuur)objecten in Zeeland. 25 Gedurende zijn
leven bood Baster het Genootschap verschillende natuurhistorische objecten en
boeken uit zijn eigen collectie aan en hij liet een door hem vervaardigd buffet be
staande uit schelpen na. Slabber schonk het Genootschap de tand van een narwal,
waarvan de basis met zilver beslagen was.26 Aan Bomme en Slabber werd ook
gevraagd om het 'Cabinet der Natuurlijke Zeldzaamheden' van het Genootschap
in te richten, wat zij volgens het 'samenstel' van Linnaeus deden.27
166
De Zeeuwse kust: Achttiende-eeuwse studies naar aquatische flora en fauna
22 M. Slabber, Natuurkundige verlustingen, behelzende microscopise waarnemingen van in en
uitlandse water- en landdieren. Haarlem, 1769 (bij dezelfde drukker als Baster, J. Bosch) en
Physikalische Belustigungen oder mikroskopische Wahrnehmungen von drey und vierzig in-und
auslandischen Wasser- und Landthierchen. Nürnberg, 1781.
23 J. Baster, Meteorologische waarnemingen, 1772-1774. In: Verhandelingen ZGW, dl. 4, 177, 669
675.
24 L. Bomme, Berigt wegens een zonderling zee-insect op het strand van het eiland Walche
ren. In: Verhandelingen ZGW, dl. 1, 1769, 394-402.
25 Zie daarvoor de bijdrage van Zuidervaart in deze bundel.
26 B. Sliggers, Het Naturaliënkabinet van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen 1759
1866. In: B. Sliggers, M.H. Besselink, Het verdwenen museum. Natuurhistorische verzamelin
gen, 1750-1850. Blaricum, 2002, 57.
27 H.J. Zuidervaart, Het Kabinet der Natuurlijke Zeldzaamheden' van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen gedurende het tijdvak 1771-1869. In: B.C. Sliggers en M.H. Besse
link (red.), Het verdwenen museum. Natuurhistorische verzamelingen 1750-1850. Blaricum en
Haarlem, 2002, 155-174. 163.