vissen die ze niet op de vismarkt konden verkopen voor hem bewaarden; zelfs als hij hen een beloning toezegde.41 Desondanks waren naast zijn eigen observaties de ervaringen van vissers, als een soort 'veldwerk op afstand, voor Baster een we zenlijke bron van kennis.42 In de Natuurkundige uitspanningen spoorde Baster zijn lezers, althans die genen die in de buurt van de zee woonden, keer op keer aan om zelf op nader onderzoek uit te gaan om zo over enkele prangende vragen uitsluitsel te krijgen. Hij raadde zijn lezers ook aan om de natuur dichterbij te halen. Baster opperde in zijn tekst het idee dat iemand die dicht bij de zee woonde een vijvertje zou kunnen aanleggen, waar tijdens vloed wat vers zeewater in zou kunnen stromen.43 Op deze wijze zou men een beheersbare omgeving kunnen creëren waarin de zee in het klein, met de daarin voorkomende planten en dieren, zou kunnen wor den nagebootst. Het zou goed kunnen dat Baster hiertoe werd geïnspireerd door de naturalist René-Antoine Ferchault de Réaumur (1683-1757), die hij uitgebreid citeerde in zijn studies. Deze Franse natuurvorser vormde zijn riante maison de plaisance nabij Parijs om tot een werkplaats waar hij de natuur in actie kon waarnemen.44 Zo'n opzet was echter niet uniek voor Frankrijk. Bij het kasteel dat de Britse aristocratische natuurvorser John Stackhouse in 1775 aan de kust van Cornwall liet bouwen om wieren van nabij te kunnen bestuderen, waren baden en poeltjes aangebracht van het soort dat Baster had gesuggereerd.45 Het is overigens niet duidelijk of Baster zelf een dergelijk poeltje heeft laten aanleggen - wel is be kend dat er een vijver werd gegraven in de tuin van zijn buitenplaats Zonnehof, in de directe omgeving van Zierikzee, waarin zijn befaamde goudvissen zwommen. Baster had uit Engeland enkele van deze voor Europeanen toen nog bijzondere en hogelijk begeerde vissen weten over te brengen met de hulp van een Zierikzeese schipper. Hij wijdde vele uren aan het bestuderen van de door hem geteelde goud vissen en zijn bevindingen publiceerde hij in zijn Natuurkundige uitspanningen evenals in de Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschap- i7o De Zeeuwse kust: Achttiende-eeuwse studies naar aquatische flora en fauna 41 Ibidem, 8. 42 F. Egmond, On Northern Shores: Sixteenth-Century Observations of Fish and Seabirds (North Sea and North Atlantic). In: A. McGregor (red.) Naturalists in the Field: Collecting, Recording and Preserving the Natural World from the Fifteenth to the Twenty-First Century. Leiden, 2018, 131. 43 Baster, Natuurkundige uitspanningen 1. 9. 44 M. Terrall, Catching Nature in the Act. Chicago, 2014, 47. 45 A. Secord, Coming to Attention: A Commonwealth of Observers during the Napoleonic Wars. In: L. Daston, E. Lunbeck, Histories of Scientific Observation. Chicago, 2011, 430.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 172