Het secuur beschrijven en afbeelden van deze waterwezens was van groot belang om met andere natuuronderzoekers van gedachten te wisselen over ingewikkelde kwesties. Eén zo'n kwestie was de aard van koraal. Koraal was al lang een wat pro blematisch verschijnsel geweest dat zich in vroegmoderne ogen niet eenduidig liet plaatsen tussen kunst en natuur, en tussen plant en dier.73 In 1758 betoogde Baster in de Philosophical transactions, het toonaangevende tijdschrift van de Ro yal Society in Londen, dat het koraal duidelijk plantaardig was.74 Onder dit betoog werd het weerwoord van John Ellis gepubliceerd, die het volstrekt niet met Baster eens was. Ellis had in zijn natuurlijke geschiedenis over koralen al uiteengezet dat koraal wel degelijk dierlijk was, omdat het gevormd werd uit poliepen. Dat had Baster, zo stelde Ellis, wel kunnen zien als hij het koraal had bestudeerd meteen nadat het uit de zee was opgediept; aan het dode koraal dat aan de kust aanspoel de kon deze kennis niet ontleend worden. Ellis stelde dat Baster per abuis een takje van rood zeemos had beschreven en afgebeeld, in plaats van het 'korallijn' dat Baster zelf dacht voor ogen te hebben gehad. Daarom concludeerde Ellis: these figures of real vegetables, which the Doctor has given us for corallines, shew, how much he is willing to support the old opinion of the botanists: but I am satisfied he will soon alter his opinion, when he observes the remarkable difference of the texture of vegetable and coralline bo dies, when viewed in sea-water thro' a good aquatic microscope.75 De goede aqua- tische microscoop die Ellis hier adviseerde zou best eens van het type kunnen zijn dat Cuff voor hem ontworpen had - een uitvoering die Baster, zoals we weten, reeds in bezit had en veelvuldig gebruikte in zijn studies. Baster liet zich door deze steek onder water niet ontmoedigen. Enkele jaren later stuurde hij de Society een beschouwing van het door hem bestudeerde 'denneboomskorallijn' dat zowel plant als dier tegelijk was; deze brief ging gepaard met een aquarel (afb. 4) die de soort in verschillende vergrotingen weergaf.76,77 In zijn boek beschreef hij hoe zijn mening dat koralen ofwel dierlijk ofwel plantaardig moesten zijn had bijgesteld 178 De Zeeuwse kust: Achttiende-eeuwse studies naar aquatische flora en fauna 73 M. Rijks, 'Unusual Excrescences of Nature': Collected Coral and the Study of Petrified Luxury in Early Modern Antwerp. In: Dutch Crossing, Journal of Low Countries Studies, nr 1, 2017, 1-29. 74 J. Baster, Observationes de corralinis, iisque insidetibus Polypis, aliisque animalculis marinis. In: Philosophical Transactions, nr. 50, 1757, 258-280. 75 J. Ellis, Remarks on Dr. Job Baster's Observationes de Corralinis. In: Philosophical Transacti ons, nr. 50, 1757, 285. 76 J. Baster, Dissertationem hanc de zoophytis. In: Philosophical Transactions, nr. 52, 1761, 108 118. 77 Ofwel Abietiniara abitiena (L.), zie Bennema.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 180