Tot slot
Kijken, kijken en nog eens kijken. De studies van Baster, Bomme en Slabber naar
aquatische flora en fauna laten zien hoe essentieel herhaaldelijke observatie was,
en ook hoe dit een sociale aangelegenheid was. De natuurvorsers gingen samen
op pad en wisselden waarnemingen uit - met elkaar, en met andere leden van het
Genootschap, anderen in de buurt, of juist onderzoekers op afstand. Het drietal
deelde hun bevindingen met de lezers van de Verhandelingen van het Genoot
schap, of stuurden deze op naar de verhandelingen van wetenschappelijke gezel
schappen elders in de Republiek of Europa. Zoals gangbaar in het genootschaps
leven in deze eeuw, nam het streven naar 'nutbaarheid' - op zowel religieus,
moreel als meer toegepast vlak - bij het Zeeuws Genootschap een belangrijke
plaats in.79 Dit principe vertaalde zich naar allerhande praktijken; het bedenken,
beoordelen en beantwoorden van prijsvragen was hier een aansprekend voor
beeld van.80 Maar ook op andere manieren zien we de nadruk op de bruikbaarheid
van natuurkennis terug. Met name Baster richtte zich op de vruchten die men
kon plukken van al die wonderbaarlijke wezens die in het water leefden, en geeft
daarmee inzicht in de betekenis van de zee voor de regionale bevolking. Zoals Ad
Maas in zijn bijdrage elders in deze bundel betoogt, zou deze nadruk op religieuze
bespiegelingen, praktisch nut en universaliteit binnen het Zeeuws Genootschap
in de negentiende eeuw sterk afnemen.
In diezelfde eeuw werden over heel Europa verschillende natuurhistorische
activiteiten zoals verzamelen, observeren en experimenteren meer en meer uit
gesplitst. Het bestuderen van de levende natuur vond bijvoorbeeld steeds vaker
plaats in speciaal daartoe gebouwde waarneemstations in de natuur en er werden
biologische laboratoria opgericht.81 Dergelijke scheidingen, zoals we hebben ge
zien, waren er in de achttiende eeuw niet. Baster, Bomme en Slabber deden het
allemaal tegelijk. Doordat zij veel van het zee- en waterleven in situ waarnamen
konden ze een grote rijkdom aan soorten bestuderen - sommige hiervan beschre
ven zij voor het eerst.82 Zij bekeken verse soorten maandenlang, bestudeerden
De Zeeuwse kust: Achttiende-eeuwse studies naar aquatische flora en fauna
79 A. Maas, Civil Scientists: Dutch Scientists between 1750 and 1875. In: History of Science, nr. 48,
2010, 76.
80 Roberts, Going Dutch, 352.
81 Voor deze ontwikkeling, zie R. de Bont, Stations in the Field: A History of Place-Based Animal
Research. Chicago, 2015.
82 Een inventarisatie van de soorten die door deze natuurvorsers voor het eerst zijn beschreven is
te vinden in F. Bennema, De soorten van Baster, Slabber en Bomme. In: Het Zeepaard, nr. 68,
2008, 29-32.