Huib J. Zuidervaart
onder voor de illuminaties van zijn zwagers Clijver, Schorer en Van Dishoeck,
waaraan Te Water maar nauwelijks aandacht besteedde.27 Niettemin was het de
laatste maal dat het Mauritzhuis zo voor de dag kwam. Dat een luxer ontwerp van
de ereboog is verworpen is het eerste teken dat Bernards nagelaten boedel tegen
viel. Dusdanig zelfs dat in november 1766 het Mauritzhuis met aangrenzende stal
en koetshuis werd verkocht aan stadssecretaris Paul Changuion. Dat dit gebeurde
door de 'executeurs van de insolvente boedel van Bernard Mauritz' zegt hierover
genoeg.28
In de volgende jaren rees de ster van Johannes Mauritz nog verder. Na tien
keer het schepenambt te hebben bekleed werd hij in 1772 warempel ook genomi
neerd voor het ambt van burgemeester, een duo-baan die in Vlissingen bij toer
beurt werd bekleed. En inderdaad, na het aftreden van zwager Evert Clijver in juni
1772 werd Mauritz door de stadhouder in diens plaats benoemd.29 Tot de zomer
van 1789 zou Mauritz dit ambt elf keer vervullen, waarvan viermaal als eerste
burgemeester.30
Het culturele leven in Vlissingen rond 1760
Juist in de jaren waarin Johannes Mauritz' carrière tot wasdom kwam maakte
Vlissingen een culturele bloeiperiode door. Zo was er in 1753 door de Vlissing-
se reder, schepen en literator Jean Guépin (1715-1766) een Taal- en Dichtlievend
Kunstgenootschap opgericht onder de zinspreuk Conamur Tenues Grandia ('Wij
kleinen streven het grootste na'). Leden waren onder meer de bovengenoemde
Rijklof Gerbrand van Goens en Lucas Frederik Schorer. Het ging erom in gezonde
naijver elkaar te beschaven en op die manier de Nederlandse taal te zuiveren en
195
27 Te Water, Plechtige inhuldiging, 86-88. Van Dishoeck bijvoorbeeld had zijn stadspaleis - het
in 1986 gesloopte Van Dishoeckhuis - slechts voorzien van twee kleine chassinetten. Wat hem
betreft moesten de oliepotjes rond de kozijnen maar voldoende zijn. Zie voor de illuminatie
van het Van Dishoeckhuis, Rijksprentenkabinet Amsterdam, objectnr. RP-T-00-3697.
28 Website Zeeuwen gezocht, inv. nr: D 69461. Het Mauritzhuis bracht bij de verkoop 1.330 gul
den op.
29 Nieuwe Nederlandsche Jaerboeken 7, 1772, 612; Haarlemse Courant, 11 juni 1772.
30 Johannes Mauritz was schepen van Vlissingen in de jaren 1755-1756, 1758-1759, 1761-1762; 1764
1767; raad vanaf 1758, tweede burgemeester in 1772, 1775-1776, 1777, 1786, 1788-1789; eerste
burgemeester 1773-1774, 1780, 1782, 'Rentmeester van 's Heeren Domeijnen van Vlissingen'
1763-1781. Namens Vlissingen nam Mauritz in 1772 ook zitting in de Staten-Generaal te De
Haag. Zie C.A. van Woelderen, Lijst van Baljuws, Burgemeesters, Schepenen, Raden, Pensi
onarissen, Secretarissen en Rentmeesters van Vlissingen. In: Jaarboek Centraal Bureau voor
Genealogie, 1948, 15-45.