Huib J. Zuidervaart in diens studie over de Unie van Utrecht (1780).39 Zeer uitgebreid is Mauritz' bijdrage aan een de 1767 gepubliceerde beschrijving van de inhuldiging van Willem V als Erfheer van Vlissingen door de predikant Jona Willem te Water. De daarin opgenomen naamlijst van alle vroegere ambtsdragers van Vlissingen, zoals baljuws, burgemeesters, schepenen, raden en dergelijke, legt getuigenis af van de vele dagen en weken die Johannes Mauritz in het oud-archief van die stad moet hebben doorgebracht.40 De lobby voor de aanschaf van een innovatieve microscoop Een jaar na zijn benoeming tot Directeur van het Zeeuws Genootschap kreeg Jo hannes Mauritz het verzoek van secretaris Tjeenk om op maandag 19 november 1770 naar een bijzondere genootschapsbijeenkomst te komen 'ten huize van on zen Praesident' (d.w.z. de Vlissingse burgemeester Izaak Winckelman). Opmerke lijk genoeg wordt deze bijeenkomst niet vermeld in het officiële notulenboek van het Genootschap. Het ging dan ook om iets uitzonderlijks, te weten de demon stratie van een nieuw type microscoop, gemaakt door een zekere Dellebarre. De uitnodiging aan Mauritz ging vergezeld van de afschriften van drie brieven die in het genootschapsarchief ontbreken, maar die wel in het familiearchief Mauritz bewaard zijn gebleven.41 Uit die correspondentie blijkt dat de bijeenkomst het gevolg was van een initiatief van de Amsterdamse koopman en naturaliaverzame- laar Pieter Cramer. Deze was pas kort tevoren, in Mauritz' bijzijn, tot Directeur van het Genootschap benoemd. Al een week na zijn benoeming stuurde Cramer een brief aan Tjeenk waarin hij dit 'nieuw saamenstel van een microscoop' aan het Genootschap aanbeval.42 Hij had het instrument zelf 'geëxamineert' en had het 'in sijn werking overheerlijk gevonden'. Een aantal andere liefhebbers in Amster- 199 39 D. van Cruisselbergen, Antwoord op de vrage voorgesteld door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen: welke zyn de bewoners van Zeeland geweest tot aan de vyftiende eeuwe; hoedanig waren hunne zeden en godsdienstplichten; en welke voortgang hebben de fraaije letteren, kunsten, en wetenschappen onder dezelven gehad? In: Verhandelin gen uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen 2, 1771, 17; L.P. van de Spiegel, Bundel van onuitgegeeven stukken, dienende ter opheldering der vaderlandsche historie en regeeringsform, en voornaamelyk der historie van de Unie van Utrecht, deel 1. Goes, 1780, 256. 40 Te Water, Plechtige inhuldiging. Lijst met 13 ongenummerde pagina's aan het einde van dit boek. 41 FA Mauritz, inv. nrs. 5152-5153: Tjeenk aan Mauritz, 17 november 1770. 42 ZA, Archief KZGW, inv. nr. 58: Cramer aan Tjeenk, 4 oktober 1770. Een paar dagen eerder, op 1 oktober 1770 had Cramer al een brief geschreven vol met dankbetuigingen voor zijn benoe ming tot Directeur van het Zeeuws Genootschap.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 201