De Vlissingse burgemeester Johannes Mauritz (1724-1796)
dam waren eveneens zeer onder de indruk van wat de microscoop presteerde en
vele van hen hadden dan ook een exemplaar besteld. Nu had de genoemde 'Heer
Dellebarre' zich bereid verklaard om naar Zeeland te komen om ook daar zijn mi
croscoop te demonstreren. Cramer twijfelde er niet aan of de 'Heren Liefhebbers'
daar 'zouden 'met veel vergenoeginge' zo'n bijeenkomst bijwonen.
De voortvarende Cramer had er ondertussen al voor gezorgd dat ook diens
vriend, de uit Vlissingen afkomstige Pieter Boddaert, een aanbevelingsbrief
schreef.43 Boddaert was inmiddels lector in de natuurlijke historie te Utrecht ge
worden en was al vóór de officiële oprichting tot lid van het Zeeuws Genootschap
benoemd. Boddaert bevestigde wat Cramer had geschreven. De microscopen van
Dellebarre kenden volgens hem hun weerga niet. Niemand in Utrecht, Amster
dam of Den Haag had zoiets eerder gezien. De vergroting die het instrument le
verde was ongekend groot en ook het gezichtsveld was breder dan bij andere mi
croscopen. Mocht het Zeeuws Genootschap een verzameling van instrumenten
willen aanleggen, dan zou dit instrument beslist aanbeveling verdienen.
Eind oktober 1770 kreeg Tjeenk een derde aanbevelingsbrief in handen die ook
voor het Zeeuws Genootschap was bestemd, maar die hem via een omweg had
bereikt.44 Ook deze briefschrijver, de Leidse naturaliaverzamelaar Pieter Boyer,
was lyrisch over Dellebarre's microscoop. Dit nieuwe type 'overtreft alles wat tot
heeden toe soo in Engeland als elders bekent is, zo liet Boyer weten. Het instru
ment was al onderzocht door de 'Maatschappijen van Haarlem en Rotterdam' en
ook de Leidse professoren hadden het instrument 'na een nauwkeurig ondersoek'
goedgekeurd. Inmiddels had de maker twee microscopen geleverd aan 'het kabi
net van sijne Doorluchtige Hoogheijd' en deze had daarvan 'een voldoend getuig
schrift' verstrekt.45 Dellebarre zou zich nu ook graag presenteren 'bij de Zeeuw-
sche Maatschappij' om hen 'sijne uitvinding' te communiceren.
Al met al ging het dus in feite om een commerciële lobby voor een instrument
dat pas in het voorjaar van 1770 tot stand was gekomen, maar waarvan de roem
inmiddels een hoge vlucht had genomen. De microscoop was in Den Haag ont
wikkeld door Louis Francois Dellebarre (1726-1805), een Frans staatsburger uit
Abbeville in Picardië, in samenwerking met William Eastland (1702-1787), een
200
43 FA Mauritz, inv. nrs. 5152-5153: Boddaert aan Tjeenk, 5 oktober 1770.
44 Deze brief was oorspronkelijk verzonden aan Johannes Jacobus Loke (1736-1836), honorair
pensionaris van Vlissingen, en sinds 1769 boventallig lid van het Nederduits leesgezelschap.
45 Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, inv. nr. 131F14: rekening, 3 september 1770: 'Quittanciën'
van de bibliotheek en het kabinet van Willem V.