Huib J. Zuidervaart boodschap komt dat hij 'in afwezigheid van Winckelman' een 'fraaije en vrij aen- merkelijke collectie' met naturalia in ontvangst had mogen nemen van de Vlissingse Directeur Johannes Mauritz. Zou het teveel zijn opgevallen wanneer Winckelman deze collectie zelf in ontvangst had genomen? Feit is dat in de genootschapsnotu- len uitbundig wordt ingegaan op de schenking van Mauritz en hoe diens donatie prachtig aansloot bij de primaire doelstelling van het Genootschap, namelijk 'het verzamelen van zoodanige zeldzaamheden der natuur waerin de wijsheid en groot heid van den Schepper op het luisterrijkst worden ten toon gespreijt.59 Wanneer Van der Meulen in de vergadering daarna inderdaad met een eigen schenking voor de dag komt, bestaande uit 'drie doosjes met Uijtlandsche Capel- lenj dan wordt daar in Vlissingen nauwelijks nog aandacht aan besteed.60 Ook in het jaaroverzicht dat Winckelman later presenteert staat deze opnieuw uitgebreid stil bij het geschenk van Mauritz en hoe deze daardoor aan het Genootschap gele- 205 Links: Isaac Winckelman (1723-1796), president van het Zeeuws Genootschap. (Uitsnede van zijn portret door Jan Palthe in het Zeeuws Museum, inv.nr. G1655). Rechts: Willem van der Meulen (1717-1808). Uitsnede van een - slecht bewaard gebleven - regentenstuk van het Amsterdamse Oudezijds Huiszittenhuis door Jan Maurits Quinkhard. Amsterdam Museum, inv.nr. SA 987. 59 ZA, Archief KZGW, inv. nr. 3, fol. 260. 60 ZA, Archief KZGW, inv. nrs. 58: Van der Meulen aan Tjeenk, 23 juli 1771. Idem, inv. nr. 3, fol. 266: notulen 27 augustus 1771.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 207