ken kunnen zijn geweest bij dergelijke ruilhandel, maar hier zijn geen concrete aanwijzingen voor gevonden. Een aannemelijker scenario is dat de verentooien van het Zeeuws Genootschap als diplomatiek cadeau zijn geschonken aan de kolonisten in Nederlands-Guya- na. De Nederlandse kolonisten hadden namelijk een diplomatiek beleid waarbij de posthouders van de vooruitgeschoven handelsposten de opperhoofden van de naburige stammen paaiden door hen bijvoorbeeld zilverwerk te geven.29 Het zou goed kunnen dat in ruil voor deze cadeaus G2348, G2350 en G2351A en B aan de kolonisten werden gegeven. De traditie binnen Guyaanse indianenstammen dicteert namelijk dat het opperhoofd zijn welvaart deelt met anderen.30 Met deze generositeit beperkte hij zich niet alleen tot zijn eigen clanleden. Ook blanke be zoekers van de desbetreffende indianenstam konden overladen worden met ca deaus als gevlochten mandjes en schalen.31 De schenkers Nu met het bovenstaande is beschreven hoe de verentooien van het Zeeuws Ge nootschap in handen konden komen van de kolonisten te Nederlands-Guyana, zal het onderstaande handelen over hoe deze verentooien mogelijk zijn beland bij Justus Tjeenk, Abraham Louijssen en Nicolaas Hugenholtz. Voor ieder van deze schenkers van de verentooien is op basis van de gevonden informatie een scena rio opgesteld dat een verklaring geeft voor hoe Tjeenk, Louijssen en Hugenholtz mogelijk aan hun tooien kwamen. Het is onmogelijk voor deze scenario's om het hele verhaal vertellen, dat vooralsnog niet meer achterhaald kan worden, maar in plaats daarvan formuleren zij de meest plausibele hypotheses aangaande de waarheid.32 31 Ibidem. 32 De volledige waarheid kon voor dit onderzoek niet worden achterhaald omdat de cruciale informatie die vertelt hoe Tjeenk, Louijssen en Hugenholtz aan hun tooien kwamen, nergens staat beschreven. Niet in de archieven van het Zeeuws Genootschap maar ook niet in andere relevante archieven als dat van de Middelburgse Commercie Compagnie en dat van Adriaan Anthony Brown. Deze Veerenaar werkte van 1773 tot 1781 als jurist in Demerary en Essequibo. 224 De Zeeuwse zucht naar Guyaanse verentooien 29 Whitehead, Lords of the tiger spirit, 169. 30 R.H. Lowie, Property among the tropical forest and marginal tribes. In: J.H Steward, Handbook of South American Indians,deel 5. Washington, 1949, 357-358.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 226