waarop handelshuis Hurgronje Louijssen is vermeld. Voor de reis van de Wa tergeus in 1773 leverde het handelshuis de volgende kleding en textiel aan: 'blau we guinees (grove geruite katoenen stof), Duytsche bayota (bayendoeken?), lange nicaneesen (blauw en wit gestreepte katoenen doeken), halve bethilles sestergan- tyn (fijne mousseline, sluierachtige doeken afkomstig uit Serganti), callewaphoe (bethilles afkomstig uit Callewaphoe), brouwels en korte custas (?).'62 Uit de lijst van de retourgoederen van de Watergeus blijkt vervolgens dat Louijssen en Snouck Hurgronje uit Demerary en Essequibo in totaal 67 hele en 7 halve okshoofden suiker ontvingen.63 Verentooien worden in het bovenstaande nergens genoemd, maar dit was ook niet te verwachten. De administratie van de Watergeus en die van de andere MCC-schepen bestaat uit documenten met een sterk boekhoudkundig en com mercieel karakter. De vondst van een verentooi was voor de MCC waarschijnlijk niet relevant om te noteren, dit in tegenstelling tot een andere exotische ont dekking als het al eerdergenoemde limoensap. Zoiets kon verwerkt worden tot een commercieel product en was dus wel de moeite waard om te melden. Niet in de MCC-documenten maar in een brief van de jurist Brown uit 1777 staat zijn instructie aan kapitein Antheunis van het schip De Spoor om voor juffrouw Van der Heijden uit Middelburg een amazonevogel, vermoedelijk een amazonepape gaai, mee terug te nemen naar Zeeland.64 Naast verentooien waren dus de vogels zelf ook in zwang.65 In een brief uit 1778 beschrijft Brown hoe hij deze vogels kocht van indianen die de Demerary of Essequibo afkwamen (vermoedelijk in hun kano's).66 Daarnaast reisde Brown zelf door de binnenlanden en kon hij op deze manier bijvoorbeeld in 1776 een indianenfluit bemachtigen, die hij vervol gens per zeepost zond naar zijn zwager John Gregorie te Veere.67 Wellicht dus dat 230 De Zeeuwse zucht naar Guyaanse verentooien 62 Zeeuws Archief, Middelburgse Commercie Compagnie, inv.nr 1288.2. De betekenis van het woord bayota is zeer lastig te achterhalen aangezien het bijvoorbeeld niet is opgenomen in het VOC-Glossarium van het Huygens Instituut. Gezien de context is het meest waarschijnlijk dat bayota hier naar de achttiende-eeuwse witte linnen bayendoeken verwijst. Voor brouwels en custas viel niet te achterhalen welke weefproducten precies werden bedoeld. 63 Zeeuws Archief, Middelburgse Commercie Compagnie, inv.nr 1288.3. 64 Zeeuws Archief, A.A. Brown, Veere, 1734, 1752-1784, inv.nr. 17. 65 'Inleiding archief Anthony Adriaan Brown- De brieven van Brown, website Zeeuws Archief. Geraadpleegd op 6 november via https://www.zeeuwsarchief.nl/onderzoek-het-zelf/archief/?- mivast=239&mizig=210&miadt=239&micode=2802&miview=inv2. Naast de Amazonevogel zond Brown ook nog een blauwe papegaai, vermoedelijk een hyacinthara, en vogeltjes ge naamd kees keesjes naar mevrouw Van der Heijden. 66 Zeeuws Archief, A.A. Brown, Veere, 1734, 1752-1784, inv.nr. 17. 67 Zie noot 65.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 232