Brown de verentooien voor Abraham Louijssen bemachtigde. Dat er een duidelij ke connectie bestaat tussen beide heren blijkt niet alleen uit de eerdergenoemde snauw, maar ook uit een brief van Brown uit 1774 gericht aan Louijssen en Snouck Hurgronje.68 Hierin vraagt hij zijn vrienden, dit zijn Browns eigen woorden, om 40.000 gulden krediet voor het kunnen kopen van een suikerrietplantage. Helaas is dit de enige gevonden brief van Brown gericht aan Louijssen en loopt wat be treft de verentooien het spoor voor hier nu dus dood. Het meest interessante wat met betrekking tot G2351A en B is teruggevonden in de scheepsboeken van de Watergeus is de connectie die bestond tussen Louijs sen en Snouck Hurgronje en Abraham de Codin. De eerdergenoemde okshoofden suiker ontvingen Louijssen en Snouck Hurgronje dankzij de bemoeienissen van De Codin.69 Deze was als correspondent voor de MCC vanaf 1769 gezeteld in Demerary en vanaf 1770 in Essequibo.70 In deze functie reisde De Codin continu door het land om namens de MCC plantagehouders te bezoeken. Deze plantages lagen ver van elkaar verspreid aan verschillende rivieren en kreken. In een van zijn brieven benadrukt De Codin de grote reisafstanden en vraagt hij de heren van de MCC daarom om een loonsverhoging.71 Met Louijssen en Snouck Hurgronje leek De Codin een speciale connectie te hebben. Dit blijkt uit een brief die De Codin in 1774 aan de MCC schreef.72 In deze brief solliciteerde de toen in Essequibo woonachtige De Codin naar de vrij gekomen positie van vaste MCC-correspondent in Demerary. Het leek De Codin een eer (en financieel natuurlijk ook zeer gunstig) om zowel in Demerary en Es sequibo als correspondent te functioneren. Dergelijke orders voor beide rivieren, zo gaf De Codin aan, bezigde hij op dat moment al voor handelshuis Hurgronje Louijssen. Daarmee lijkt het erop dat De Codin in elk geval ten tijde van 1774 als stroman fungeerde voor Louijssen en Snouck Hurgronje in Demerary en Esse quibo. Is De Codin dan degene die de verentooien aanleverde voor Abraham Louijs sen? Helaas, deze vraag kan vooralsnog niet worden beantwoord. Nergens valt 69 Ibidem. Jeroen Lesuis 231 68 Zeeuws Archief, A.A. Brown, Veere, 1734, 1752-1784, inv. nr. 15. Uiteindelijk werd Brown eige naar van de plantage de Philantropica, maar het is onbekend of hij deze plantage heeft kunnen kopen met geld van Louijssen en Snouck Hurgronje en of beide heren überhaupt geld hebben geschonken aan Brown. 70 Zeeuws Archief, Middelburgse Commercie Compagnie, inv.nr. 58.4. 71 Zeeuws Archief, Middelburgse Commercie Compagnie, inv.nr. 58.3. 72 Zeeuws Archief, Middelburgse Commercie Compagnie, inv.nr. 58.4.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 233