pas na 1816 niet als lid maar als correspondent is gaan fungeren voor het Zeeuws Genootschap en dat zijn geschenken uit 1817 hier een blijk van zijn. Uit de spaarzame gevonden bronnen ontstaat het beeld dat Hugenholtz in De- merary behoorlijk geacclimatiseerd moet zijn geweest. Zo trouwde hij hier bij voorbeeld met de Guyaanse Rachel Brule.90 Het lijkt er op dat Hugenholtz in zijn functie redelijk veel reisde door zowel Demerary als Essequibo. In een brief uit 1815 schrijft hij aan de MCC dat hij een meerdaagse reis had ondernomen naar de plantage van de heer Prins.91 Deze plantage bevond zich volgens Hugenholtz aan de Arabische kust. Waarschijnlijk bedoelde hij hiermee het Arowabische eiland. Dit eiland, ook wel genoemd het Tijgereiland, lag in de monding van de Essequi bo.92 Op het eiland bevonden zich twee suikerplantages waaronder wellicht die van Prins.93 Hugenholtz schrijft nog over een tweede bezoek aan de heer Prins in 1815.94 Het zijn deze reisactiviteiten van Hugenholtz die de kans groter maken dat hij direct of indirect in aanraking is gekomen met bepaalde Guyaanse indianen stammen. Dat maakt daarmee de kans groter dat hij op deze manier in het bezit is gekomen van G2348. Wellicht dat Hugenholtz bijvoorbeeld de verentooi ontving van een bevriend opperhoofd. Tot slot is de vraag hoe Hugenholtz de verentooi naar Zeeland heeft kunnen verschepen. Hiervoor zijn alleen indirecte aanwijzingen gevonden. In een brief aan de MCC van juni 1817 schrijft Hugenholtz dat hij een vorige brief had meege zonden met het schip Cères. Dit schip verongelukte echter voor de Franse kust.95 Het raakte totaal verwoest, zo schrijft Hugenholtz. Zodoende is de mogelijkheid uitgesloten dat verentooi G2348 deze schipbreuk wel overleefde en vervolgens ongeschonden aankwam bij het Zeeuws Genootschap. In een andere brief aan de MCC van juni 1815 schrijft Hugenholtz dat hij een brief heeft meegezonden met het schip van kapitein Holm dat terug naar Amster dam voer.96 Gezien de datum zou dit in theorie het schip kunnen zijn waarmee G2348 naar Nederland is gekomen. Dit schip zou dan de Aurora moeten zijn. De 93 Ibidem. Jeroen Lesuis 235 90 C.A. Slijper, Van alle dingen los - Het leven van J.C. Bloem, proefschrift Rijksuniversiteit Groningen, 2007, 158. Geraadpleegd op 7 juli 2018 via https://www.hugenholtz.net/docs/ thesis_Bloem.pdf. 91 Zeeuws Archief, Middelburgse Commercie Compagnie, inv.nr. 59.2. 92 Hartsinck, Beschryving van Guiana, 261. 94 Zeeuws Archief, Middelburgse Commercie Compagnie, inv.nr. 59.2. 95 Ibidem. 96 Ibidem.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 237