periode, ontstaan. Het is in 1756 gedrukt door de uit Zweden afkomstige Suenoni-
us Mandelgreen, die van 1736 tot zijn dood in 1758 te Middelburg werkzaam was,
daar in 1756 en 1757 als drukker in de stadsrekeningen wordt genoemd en tevens
tot de beste achttiende-eeuwse Nederlandse boekbinders behoorde.
Uit het titelblad blijkt dat Graf de zes composities opdroeg aan de leden van
het Middelburgse Collegium Musicum: Composte e dedicate al molto illus-
tri, eccelentissimi stimatissimi SIGNORI, Membri Dell'illustrissimo Collegio
Musicale di Middelburg.10 Hoewel het technische en muzikale niveau van collegia
musica in het midden van de achttiende eeuw niet moet worden overschat, zal
het Middelburgse gezelschap niet tot de middelmaat hebben behoord. Zelfs wan
neer de door Graf in fraai Italiaans verwoorde opdracht conform de beleefdheden
uit zijn tijd is, lijkt het niet waarschijnlijk dat hij de moeite zou hebben genomen
om voor een vereniging van matig niveau te componeren - daartegen spreekt
ook niveau van de zes werken. In zijn opdracht - eveneens conform de gewoon
ten uit die tijd verwoord in het Frans - drukt Graf zijn diepste respect uit voor
dit gezelschap, dat hem welwillend meer dan drie jaar had geëerd en waarvan hij
'premier Musicien' was geweest.11 Behalve in die hoedanigheid was hij actief als
muziekdocent; voorts is bekend dat hij als 'Christiaan Ernst Graaf van Rudelstat'
in het Kerkenboek werd ingeschreven als lidmaat van de Lutherse Gemeente in
Middelburg.12 Om een mogelijk antwoord te kunnen geven op de vraag hoe zijn
contacten met het hof tot stand kwamen, is enige kennis noodzakelijk van een
andere organisatie die in deze jaren floreerde: de vrijmetselarij.
Muziek en vrijmetselarij
Een opmerkelijk verschijnsel uit de tijd der Verlichting is de vrijmetselarij. Al om
streeks 1747 waren met zekerheid in veel Oranje-gezinde militaire regimenten loges
aanwezig. Deze ambulante loges zijn van groot belang geweest voor de verspreiding
van de vrijmetselarij in de Nederlanden. In 1735 werd de Zeeuwse regentenzoon en
thesaurier van de Prins van Oranje, Johan Cornelis Radermacher, gekozen tot eer
ste Grootmeester van de Orde der Vrijmetselaren. In hetzelfde jaar werden echter
plakkaten tegen de vrijmetselarij verspreid. De Heren van Holland en Zeeland ver
boden de stroming. Door de banden van het Huis van Oranje met de vrijmetselarij
voelden de Staten tijdens het Tweede Stadhouderloze Tijdperk (1702-1747) wellicht
246
Het muziekleven in Middelburg
10 Zie de in voetnoot 3 genoemde facsimile-editie.
11 Ibidem.
12 Ibidem, Preface, x.