stemt het, dat de in 1766 - na een korte interimperiode - nieuwe leider van het
Middelburgse Collegium Musicum ook een uit Thüringen afkomstig immigrant
en vrijmetselaar was: Franz (later: Frans) Joachim Heinrichs. De musicus die het
Collegium Musicum in de interim-periode 1763-1766 leidde, Willem Lootens
(1736-1813), zou zo'n dertig jaar later toetreden tot de orde. Vele vooraanstaande
Zeeuwse organisten waren in deze periode tevens 'frère a talent' van vrijmetse
laarsloges en begeleidden aldaar de samenzang tijdens bijeenkomsten.
Het fenomeen vrijmetselarij zou in dit kader stellig nader onderzoek verdie
nen. Aan één Zeeuwse vertegenwoordiger van dat gedachtegoed die tevens bij
uitstek op velerlei gebied en in het bijzonder in de muziek actief was, zal hieron
der nadere aandacht worden besteed.
Middelburgs muzikale duizendpoot: Joos Verschuere Reynvaan
Joos Verschuere Reynvaan (1739-1809), na zijn dood met name nog genoemd als
muziekgeleerde en componist, leek tot voor kort te behoren tot de profeten die in
eigen land weinig worden geëerd.15 Naar nadere informatie over deze zeer mar
kante persoonlijkheid en zijn directe omgeving zocht men tot voor kort tever
geefs in de musicologische literatuur.16
Hij werd op 11 september 1739 te Middelburg geboren als vierde kind in een
groot gezin; verscheidene van zijn broers zouden later belangrijke maatschappelij
ke posities verwerven.17 Onder de leden van het geslacht Reynvaan bevonden zich
predikanten en welgestelde burgers. De achttiendeeeuwse familie kende een eigen
248
Het muziekleven in Middelburg
15 In de in 1979-1984 verschenen, tiendelige Algemene Muziek Encyclopedie is een uiterst summier
lemma over hem opgenomen (Bd. X, Weesp 1984, 132), waarin evenwel zijn geboorte- en sterf
datum onjuist worden vermeld (namelijk als 1743, resp. 12 mei 1809); wellicht heeft men zich
hierbij gebaseerd op D.J. Balfoort, Het muziekleven in Nederland in de i7ie en i8de eeuw, Amster
dam, 1938 [Tweede, herziene druk. Voorzien van een voorwoord, nieuwe illustraties, bibliografie
en een uitgebreid register door Rudolf Rasch], 's-Gravenhage 1981, 97. Ook in het tijdschrift Cae-
cilia 4, 1848, 167, vindt men onjuiste data. In de driedelige Encyclopedie van Zeeland, in de jaren
1982-1984 uitgegeven door het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap, is een artikel over hem zelfs
opvallend afwezig. Opmerkelijk genoeg vindt men in het register, band III, 534, wel een opgave
van geschriften van zijn hand, maar daarin ontbreekt onder meer het beste paard van stal.
16 Deze leemte werd in 2013 door mij opgevuld. Zie A. Clement, Joos Verschuere Reynvaan.
Auteur van het eerste Nederlandstalige muzieklexicon. In: Tijdschrift van de Koninklijke
Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis 63, 2013, 86-105. Voor uitvoeriger informatie
en nadere bronverwijzingen verwijs ik naar dit artikel, waaraan de hier opgenomen informatie
(vaak letterlijk) is ontleend.
17 Vgl. H.F. Reynvaan, Niet altijd somer. Geschiedenis van het geslacht Reynvaan. Assen, 1975,
113ff.; J.W. Enschedé, lemma 'Reynvaan'. In: P.C. Molhuysen, PJ. Blok, Nieuw Nederlandsch
Biografisch Woordenboek I. Leiden, 1911, kol. 1435.