lijk kwamen drie dochters en een zoon voort. In januari van hetzelfde jaar werd hij benoemd tot stadsorganist en -klokkenist van de St. Jacobskerk te Vlissingen, een functie die hij tot 1794 zou vervullen. Daarnaast zette hij zijn in Middelburg begon nen praktijk als advocaat te Vlissingen voort. Hij zou daar ook het nieuwe orgel gaan bespelen dat zojuist was vervaardigd door Albertus van Os, orgelmaker in dezelfde plaats. De bekende predikant Jan Jacob Brahé (1726-1776) hield op 25 januari 1769 een - ook in druk verschenen - Kerkelyke Redenvoering ter Gelegenheid der Inwy- dinge van het Nieuw Orgel te Vlissingen, in de St. Jacobs of Groote Kerke (Middel burg en Amsterdam, 1769). Verschuere Reynvaan kreeg bovendien de beschikking over een tweede nieuw instrument, want in 1770 werd in de St. Jacobstoren een nieuw klokkenspel geplaatst, vervaardigd door Andreas Jozef van den Gheyn uit Leuven, zoals de tekst op de grootste klok het nageslacht liet weten: 'Andreas van den Gheyn me fecit Lovanii Ao 1770 aetatis suae 43. Opus xiiii'.23 In Vlissingen vervul de hij vele functies: hij was er schepen, weesmeester en bibliothecaris, lid der Besog nekamer, oppercommissaris van het ambacht en de nering der kaarsen en die der pruikenmakers, thesaurier, lid van de schoolcommissie en vrederechter. Op 2 mei 1809 overleed hij in Vlissingen, waar hij op 5 mei in de Waalse Kerk werd begraven.24 Verschuere Reynvaan en de vrijmetselarij Een maatschappelijke activiteit die Joos Verschuere Reynvaan naast zijn vele hier boven genoemde bezigheden ontplooide, maar die aanzienlijk minder bekend is, betreft de rol die hij speelde in de vrijmetselarij.25 Zoals in vele families uit die tijd, met name van kunstenaars, stond hij daarbinnen niet alleen in zijn ma^on- 250 Het muziekleven in Middelburg 23 Dit carillon werd in 1911 door brand verwoest. Vgl. Enschedé, lemma 'Reynvaan', kol. 1435; C.P.I. Dommisse, De geschiedenis van de Westpoort te Vlissingen en de in een harer torens gevestigde oudheidkamer, Vlissingen, 1903, 67; André Lehr, Van paardebel tot speelklok. De geschiedenis van de klokgietkunst in de Lage Landen. Zaltbommel, 1971, 254. 24 H.F. Reynvaan, Niet altijd somer, 35f. 25 Zie over Verschuere Reynvaans rol hierin ook A.A. Clement, Maqonnerie en muziek in de tijd voorafgaand aan de Bataafse Republiek. In: P. van Reijen, Hef aan! Bataaf! Beschouwingen over muziek en muziekleven in Nederland omstreeks 1795. Alphen aan den Rijn, 1997, 54-76, hier 62-71.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 252