Het Collegium Musicum en de openbare muziekuitvoeringen
In de Nederlanden bestonden reeds in de zestiende eeuw collegia musica in plaat
sen als Arnhem en Amsterdam, In de loop van de zeventiende eeuw verschenen
deze gezelschappen ook in steden als Utrecht, Deventer en Nijmegen. In Zee
land waren ze eveneens aanwezig, en wel in Middelburg en Zierikzee. Middel
burg kende reeds in 1622 een Collegium Musicum.40 Het betrof hier muziekge
zelschappen van (ten hoogste) vijftien muzikale amateurs die onder leiding van
een professioneel musicus beurtelings bij één van de leden thuis musiceerden.
De leider was vaak de plaatselijke organist/klokkenist. Dit was ook de situatie in
het zeventiende-eeuwse Middelburg, alwaar het Collegium Musicum werd ge
leid door Remigius Schrijver (ti68i) en de eerdergenoemde Pieter Bustijn.41 In
de achttiende eeuw kregen de muziekcolleges in Nederland geleidelijk aan een
functie in het openbare muziekleven: de leden werkten soms mee aan openbare
muziekuitvoeringen, terwijl de bijeenkomsten van het Collegium Musicum over
gingen in concerten die door een betalend publiek konden worden bijgewoond.
Een dergelijke ontwikkeling heeft zich ook in Middelburg voorgedaan.
Uit de opdracht van Grafs opus 1 en het citaat uit Zeelands Chronyk-Alma-
nach blijkt dat Graf het Middelburgse college van 1750 tot 1754 heeft geleid. In
1754 werd ook de concertzaal - een ruimte in het IJkuis (zie onder) - ingericht.
Belangrijke informatie over het concertleven in Middelburg verschaft de passage
over de 'zoo aangename Zang- en Speelkonst (Musica)' te Middelburg in diezelfde
Chronyk-Almanach. Hieruit wordt duidelijk dat Graf als leider van het Collegium
Musicum in eerste instantie werd opgevolgd door de muziekmeester Frans Joa
chim Heinrichs:
256
Het muziekleven in Middelburg
Het [nu opentlyk door de Stad erkende en bevoorrechte Concert] verkreeg een-
en bestendigen voet, volgens Reglementen en andere Orders, welke op de Jaar-
lyksche Intekening door eenige Heeren, die de Directie en Bescherming van dit
Concert op zich namen, werden gesteld: Onder welke dit Concert niet weinig
ten nutte gedeyde, den iever en voorstand, van de Heeren Radermacher, Hogen-
dorp en Speldernieuw: Door bezorging van deze Heeren, werd het verlies 't welk
men leed, by het Vertrek van den Capelmeester Graff, die onder de Hof-Musi-
kanten des Princen van Oranjen eene plaats had bekomen, weder vervult door
40 Vgl. Exempla Musica Zelandica I, Introduction.
41 Ibidem.