De tekst begint met twee folia informatie voor de lezer of toehoorder, waarna het spel volgt (folia 1 t/m 29). Toneelaanwijzingen bestaan voornamelijk uit de namen van de spreker(s), een enkele maal uit een stemmingsaanduiding of han delingsomschrijving. Over het decor en hoe te handelen en/of te spreken moeten de regisseur en de toneelspelers dus zelf beslissen. De verdeling in bedrijven en tonelen zijn duidelijk aangegeven. De tekstregels rijmen paarsgewijs op elkaar. Het toneelstuk Jeremias wordt opgevoerd door de konst minnende Jongheid van de Vlaamsche Rhetorica anders genaamd, het gilde van de heilige Transfiguratie. De plaats van handeling is het Prinsenhuis in Hulst en de opvoering vindt plaats op alle zondagen en heiligendagen van Pinksteren tot eind augustus van het jaar 1776. Het motto luidt: quos Ego; sed motos praestas [sic6] Componere fluctus (Ver- gilius) (Ik, ik zou jullie...! Maar eerst de golven maar eens tot bedaren brengen). Een hekelspel betekent ook: wat is realiteit en wat is fictie? De Transfiguratie is de bekende rederijkerskamer uit Hulst, die in de stadsrekeningen in 1618 voor de laatste keer genoemd wordt. De allerlaatste kennisgeving over deze kamer lezen we in 1687 bij Jacob van Lansberghe in zijn geschiedenis over de stad Hulst. Hij heeft van dit gilde een nieuw reglement op rijm uit 1621 onder ogen gehad. 'Te genwoordig [dus 1687] is deselve Broederschap in ongebruyck.'7 Er staat dus niet dat het gilde is opgeheven en misschien heeft het een ondergronds leven geleid tot in 1776. Er kan natuurlijk ook sprake zijn van een heroprichting. Een feit is echter dat er geen enkel spoor is gevonden van het bestaan van dit gilde in en rond 1776. Het Prinsenhuis in Hulst is het huidige gebouw van Museum De Vier Am bachten in de Steenstraat 28. Het huis wordt zo genoemd omdat het vanaf 1645 in bezit was van de Oranjes. Daaraan kwam een eind op 13 december 1771 toen het werd gekocht door predikant Johannes Arnoldus Heeser.8 Er is dus sprake van toneelopvoeringen op zondagen en heiligendagen door een katholiek gilde in het huis van een predikant. Dat lijkt niet erg waarschijnlijk. Het was in die dagen niet gangbaar om een toneelspel langdurig en veelvuldig op te voeren. Het is trouwens de vraag of men met dit spel over zo'n lange periode voldoende publiek zou aan spreken. En hoewel we weten dat dit gebouw indertijd groter was dan thans, is het 268 Satire tussen 'deze Vlaamsche wallen' 6 Er behoort te staan: praestat. 7 J. van Lansberghe, Beschryvinge van de stadt Hulst. 's-Gravenhage, 1687 [facsimile uitgave 1991], 216. 8 Gemeente Archief Hulst (GAH) 1207-1215, Register van transporten en plechten, 24 okt. 1771, ff. 271v-273r.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 270