onzeker of het toen geschikt was voor toneelopvoeringen. Daarnaast was er voor zo'n uitvoering toestemming vereist van de magistraat. De resoluties van Hulst uit de tweede helft van de achttiende eeuw maken duidelijk dat de aanvragen voor een opvoering summier waren en dat ze vrijwel altijd werden afgewezen. Vermel ding van een rekest voor deze toneelreeks is niet gevonden. In het stuk zelf wordt nota bene het bijwonen van toneelopvoeringen gelaakt! Dus de stelligheid waar mee de opvoeringen werden aangekondigd is niet in lijn met de omstandigheden en het beleid dat de magistraat van Hulst aanhield. We kunnen er dan ook vanuit gaan dat dit spel zeker niet is opgevoerd zoals in de inleiding wordt aangekondigd. Het is zelfs de vraag of het ooit tot een opvoering is gekomen. Het spel bestaat uit drie bedrijven met de volgende rolverdeling: schriftge leerde Jeremias en zijn vrouw Proserpina en twee ambtgenoten van Jeremias, te weten Jacobus en Johannes; een groep kaartspelers bestaande uit: Cornelis de Hoofdman, Barnaba, Casper Plijtrok, Willem Scriba en Pieter Buskruijd; twee hoofden van de schuttersgilden: Pieter Buskruijd en Jonker Benjamen en de heili gen St. Sebastiaan, St. Christoffel en St. Joris. Het eerste bedrijf Om de leesbaarheid niet te verstoren, zijn de citaten uit het toneelspel in de tekst zelf steeds cursief gedrukt zonder nadere vermelding. We maken kennis met Jeremias en Proserpina in zijn studeerkamer. Met de nodige verontschuldigingen komt zij manlief storen tijdens zijn studie voor de volgende preek. Hij is daar overgevoelig voor en reageert driftig met: Ik wenschte dat gij was een uur ver uit mijn oogen, waarna nog tal van onvriendelijke aanspo ringen volgden om snel op te hoepelen. Proserpina schrikt ervan en maant hem tot kalmte: zus, zus mijn Lieve Man, Gij weet hoe dat de drift uw Lighaam schaade kan. Eerder had hij namelijk tijdens een woedeaanval bloed gespuwd. Bovendien legt ze uit: Hetgeen ik zeggen wil is gansche geen ijd'le praat, Maar iets dat uw Per soon, uw ampt enpligt aangaat. Hierdoor overtuigd mag zij toch haar zegje doen, maar ze moet wel opschieten, want hij moet zijn hele preek nog uit zijn hoofd leren. Proserpina zelf had trouwens ook niet veel tijd, Jan van Loo 269 want ik moet nog vloer gaan schrobben met de meid, En 't koper en het Tin ook nog wat afgaan schuuren. Tevergeefs had haar lieve schat op de nationale biddag gepreekt tegen 't gruw'lijk voltespel, die vinding van de hel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 271