Woensdag na het uitgaan van de kerk speelden zij het kaartspel volte met open
raam. Jeremias reageert hierop hevig ontsteld (zijn bloed stolt in zijn aderen):
Mijn hoofthair rijst omhoog, mijn Pruijk drijgd mij t'ontvallen, wat boosheid heer-
scht niet al in deze vlaamsche wallen.9 Met weemoed denkt hij terug aan betere
tijden: Gelukkig dorp aan Zee, gelukkig Duin en Strand. Er kwam daar wel hoererij
voor, maar dat was lang zo erg niet als het voltespel.
Zijn woede verergerde toen Proserpina's dienstmaagd Canaar [canard vals
bericht] haar mevrouw uit de eerste hand wist te vertellen hoe Casper Plijtrok
zondagmiddag met zijn vrouw en schoonzus in de sjees naar Stekene reed om
aldaar een toneelvoorstelling bij te wonen: wat monsters uit de Hel bewoone deeze
stad. Ze versmaden niet alleen Gods woord, maar nemen ook een loopje met het
geloof. En hoewel hij zich moe voelt, besluit hij toch zijn collega's op te zoeken.
Eerst bezoekt hij Jacob en klaagt dat hij liever dood zou zijn dan dat ik bij dit volk
nog lang zouw moeten woonen en vervolgt met wat zat ik daar gerust aan Nereus
Pekelplas. Daar was ik wel gesien, gelieft bij mijn gemeente, En hier veragt, bespot
dat raalct mij tot 'tgebeente. Zo ga je toch niet om met predikanten.
Het dreigende voorbeeld van Jeremias in zijn preek over Jeremias 7 [waarin
de toorn Gods over Juda wordt behandeld] had niets uitgehaald en hij vertelt
Jacob van het zondige voltespel dat gespeeld werd en van het bijwonen van een
paaps toneelspel, nota bene door Casper Plijtrok die lid was van de consistorie.10
Jeremias heeft zin om de man op zijn bek te slaan als hij hem zou ontmoeten. Ja
cobus is het met Jeremias eens dat het volk hiervoor eigenlijk gestraft zou moeten
worden: Maar Jeremias Lief men laat ons dog maer blaffen. Hij acht aandacht in
de preek voor deze kwesties alleen zinvol als collega Jan meedoet, dus brengen ze
gezamenlijk collega schriftgeleerde Johannes een bezoek.
270
Satire tussen 'deze Vlaamsche wallen'
maar al dat roepen en het dond'ren van uw stem,
Heeft op dit Sodoma geen slot, geen vat nog klem,
want ik heb zeedert van mijn vrinden weer vernoomen,
Dat bij Cornelius de Hoofdman 't zaamen koomen,
Piet Buskruid en zijn zoon, Kasplijtrok, Barnaba
En t hoofd van die Partij wilhelmus Scriba
9 'Vlaamse wallen' is een verwijzing naar de stadswallen van Hulst.
10 Bij de protestanten is de consistorie de lokale kerkenraad, het hoogste orgaan ter plekke.