Wat bij Sint-Sebastiaan opvalt, is het onderscheid tussen 'geestelijkheid' en 'kerk!
De geestelijkheid is de groep van de kwaadsprekers met wie de protestanten wor
den bedoeld. De kerk heeft Sint-Sebastiaan heiligverklaard en dat kan alleen de
katholieke kerk zijn. Opnieuw zijn het de protestanten die het moeten ontgel
den en wat tot het katholieke behoort, moet behouden blijven en boogt op een
glorieus verleden. Ook Christoffel heeft het over de geestelijkheid die zijn gilde
belastert. Bij Sint-Joris gaat het om een geestelijk man met wie Jeremias wordt
bedoeld. Bij alle drie wordt met een beschuldigde vinger richting de protestanten
gewezen.
Dit derde bedrijf laat zien dat protestanten niet deugen en dat de katholieke
waarden behouden moeten blijven. Het is te beschouwen als tegenhanger van
het eerste: de drie heiligen tegenover de drie protestantse schriftgeleerden. De
katholieken zetten het zwaarste geschut in dat ze hebben, te weten hun heiligen.
Het Zeeuws Genootschap
De predikanten Jacobus Cremer en Johannes Wilhelmus Paris stonden model
voor de schriftgeleerden Jacobus en Johannes uit het toneelstuk. Beiden zijn lid
geweest van het Zeeuws Genootschap, Cremer echter pas nadat hij was vertrok
ken van Hulst naar Middelburg, maar Paris werd lid niet lang na de oprichting
van het Genootschap. De vraag die je hierbij kunt stellen is: Hoe kwam men in
het afgelegen Hulst in aanraking met het Zeeuws Genootschap of met de acade
mische wereld in het algemeen? Dat was kennelijk nog zo eenvoudig niet. Als we
de naamlijst van de leden en de naamlijst van de directeuren raadplegen, kunnen
we vaststellen dat J.W. Paris in 1769 de eerste was uit Staats-Vlaanderen, die werd
ingeschreven. De tweede was Isaac Henri Gallandat in 1785, stadsdokter in Hulst.
Het zou tot 1816 duren voordat een derde persoon uit Staats-Vlaanderen zich liet
inschrijven. Paris staat ingeschreven als 'predikant in de gemeente van Christus te
Hulst'22 Als jaar van uitschrijving wordt 1778 vermeld. In maart 1776 echter krijgt
hij een beroerte en hij wordt te Hulst begraven op 14 december 1776.
Hoe hij ertoe gekomen is, zich aan te sluiten bij het Genootschap is lastig vast
te stellen. Een mogelijke verklaring is zijn contact met predikant Jacob Willemsen
uit Middelburg. Voordat Paris in 1735 predikant werd in IJzendijke heeft hij in
Middelburg werkzaamheden als bijstand (van Willemsen?) in het pastoraat ver-
278
Satire tussen 'deze Vlaamsche wallen'
22 ZA, Archief Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (KZGW), inv.nr. 121:
Alfabetische naamlijst der leden, 4.