Satire tussen 'deze Vlaamsche wallen' mikpunt van de satire zijn? Het is onvermijdelijk om bij de bespreking van die vragen de religieuze situatie in Hulst te betrekken. Sinds de verovering in 1645 van Hulst door Frederik Hendrik is de officiële godsdienst protestants. Dit hield in dat iedereen in overheidsdienst de protestantse godsdienst moest aanhangen. De praktijk was echter dat het overgrote deel van de bevolking katholiek was en bleef tot de komst van de Fransen in 1794. Zo blijkt uit een telling van de dopen over de jaren 1770-1774 dat 72,4 katholiek werd gedoopt en 26,8 protestant. In de eerste helft van de achttiende eeuw was het verschil tussen beide kleiner, maar vanaf 1745 zijn de katholieken fors in de meerderheid.31 Bij de Franse bezetting in 1747 waren de predikanten, onder wie Paris, dan ook ongerust over hoe het verder zou gaan met de gereformeerde godsdienst in Hulst en wellicht nog belangrijker: wilde de Raad van State hun traktement nog wel betalen? De Fransen legden de predikanten uiteindelijk niets in de weg.32 In 1773 beijverde de magistraat zich door het uitvaardigen van resoluties aangaande gemengde huwelijken. De pre dikanten moesten alles in het werk stellen dat er bij de ondertrouw al werd afge sproken dat de kinderen in de hervormde kerk gedoopt zouden worden en in die leer zouden worden opgevoed.33 Wie is het mikpunt van de satire? In de aankondiging lezen we dat het hekelspel wordt opgevoerd door (de niet bestaande): 'konst minnende Jongheid van de Vlaamsche Rhetorica anders ge naamd, het gilde van de heilige Transfiguratie'. Een protestant zou een dergelijke formulering (waarschijnlijk) niet snel gebruiken, zelfs voor een katholiek is dit een ietwat omstandige beschrijving. Toen het gilde nog bestond, sprak men kortweg van De Transfiguratie. De opvoeringsplaats is het Prinsenhuis in Hulst, dat eigendom was van de predikant Heeser. De protestanten waren tegen toneelopvoeringen en opvoering door een katholiek gezelschap op deze plek behoort tot de onmogelijkheden. Het is predikant Heeser die met dit gegeven in discredit wordt gebracht. 28o 31 N. Martens, Religieuze verhoudingen in Hulst rond 1750. Masterproef geschiedenis Universiteit Gent 2008-2009, 39. 32 J. de Kort, Het Doodboek der stad Hulst van Willem Tiberius Hattinga. In: De Hattinga's. Pre dikanten, geneesheren, bestuurders en vooral kaartenmakers, hun geschiedenis en betekenis voor Hulst en Hulsterambacht. Hulst 2015, 225. 33 GAH 81, Hervormde Gemeente Hulst, ff. 255-257 en ff. 260-261.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 282