Jona Willem te Water - lid van het Zeeuws Genootschap van het eerste uur Jack de Mooij In een jubileumbundel van het Zeeuws Genootschap mag een artikel over Jona Willem te Water niet ontbreken, want hij speelde een grote rol gedurende de eerste halve eeuw van het Genootschap. En andersom speelden genoot schappen en zeker het Zeeuws Genootschap een belangrijke rol in het leven van Te Water. Toen hij aan het eind van zijn leven zijn autobiografie schreef, ruimde hij een grote plaats in voor zijn lidmaatschappen van genootschappen. Hij kon vijftien genootschappen opsommen waarvan hij tot lid was benoemd en vijf ge nootschappen waarvan hij het aangeboden lidmaatschap had afgeslagen, in vier gevallen omdat hij ze te patriots vond, en in het vijfde geval omdat hij zich te oud achtte op het moment van uitnodiging.1 De achttiende eeuw was de eeuw van de genootschappen. Zij boden beroepsgeleerden en 'liefhebbers' de mogelijkheid om hun bevindingen uit te wisselen in lezingen of publicaties. De publicatiereeksen van de genootschappen zorgden ervoor dat het werk ook buiten de kring van de eigen leden bekend werd. De wetenschappelijk geïnteresseerde Te Water deed volop mee aan deze genootschapscultuur. De uitnodiging om lid te worden van een gerenommeerd genootschap was een eer. Te Water heeft zich voor drie ge nootschappen zeer actief ingezet omdat de doelstellingen ervan hem nauw aan het hart lagen en hij er een belangrijke bestuursfunctie in bekleedde. Dat waren het Haagsche Genootschap tot Verdediging van de Christelijke Godsdienst, de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde en het Zeeuws Genootschap. In dit artikel wordt ingegaan op de betekenis van Te Water voor het Zeeuws Genoot- 285 1 Levens-berigt van Jona Willem te Water, te Leyden overleden den 19 october des jaars 1822, door hem zelven vervaardigd en, op zijn' uitdrukkelijken last, bij uitersten wil, zonder enige verande ringen en bijvoegselen, zelfs zonder nadere voorrede of aantekeningen van anderen, door deszelfs erfgenamen woordelijk gevolgd en in het licht gegeven. [Leiden], [1823], 273-330.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 287