Jona Willem te Water - lid van het Zeeuws Genootschap van het eerste uur schap, zowel bestuurlijk als wetenschappelijk. Maar eerst behoeft Te Water zelf nog enige introductie. Jona Willem te Water (1740-1822) Jona Willem te Water begon zijn leven als predikantszoon in Staats-Vlaanderen (tegenwoordig Zeeuws-Vlaanderen).2 Dankzij financiële ondersteuning door Jan van Borssele van der Hooge en Willem van Citters kon hij theologie gaan stude ren in Utrecht, waarna hij predikant werd in achtereenvolgens Haamstede, Veere en Vlissingen. In Vlissingen stelde hij zich in 1778 naar het oordeel van de meer derheid van de bevolking te tolerant op in de rel rond de toestemming van het stadsbestuur om een katholieke kerk in Vlissingen te laten bouwen, met name voor vanuit Duinkerken gevluchte kooplieden. Te Water steunde de beslissing van de overheid, maar na een volksopstand werd de kerk niet gebouwd. Hetzelfde gebeurde tien jaar later in Axel, waar protesten van de bevolking de toestemming van de overheid om een katholieke kerk te bouwen voor Vlaamse en Brabantse seizoensarbeiders dwarsboomden.3 Te Water steunde de kerkbouw niet uit sym pathie voor het katholicisme, maar omdat hij meende dat alle burgers niet alleen recht hadden op vrijheid van geweten, maar ook op vrijheid van godsdienstoe fening. Hij was niet overtuigd door het argument van de tegenstanders dat de gereformeerde godsdienst in Vlissingen bevorderd werd wanneer de katholieke Vlissingers genoodzaakt bleven in Middelburg naar de kerk te gaan. Het was wat hem betreft beter dat de katholieke Vlissingers naar de mis gingen in Vlissingen, dan dat zij niet naar de kerk gingen omdat Middelburg te ver weg was. Verzuim van godsdienstoefening, van welke aard dan ook, leidde volgens hem meestal tot 'losbandige zedenloosheid, en deze is de grootste ramp voor Landen en Steden.'4 Door zijn adhesiebetuiging aan de overheid in de kerkbouwstrijd werd Te Wa ters positie als predikant in Vlissingen onhoudbaar. Hij was inmiddels aan in vloedrijke families verbonden door zijn huwelijk in 1766 met de Middelburgse koopmansdochter Paulina Cornelia Mounier. Hij werd door de overheid 'gered' door een benoeming aan de Illustere School te Middelburg in 1780. Hij had op dat moment al enige faam als historicus door de publicatie van Kort verhaal der 286 2 Dit artikel is een bewerking van een deel van mijn dissertatie getiteld Jona Willem te Water (1740-1822). Historicus en theoloog tussen traditie en Verlichting. s.l., 2008 (diss. Leiden). Zie in het bijzonder hoofdstuk drie. 3 J. Wesseling, De geschiedenis van Axel. Groningen, 1966, 176-180. 4 Levens-berigt van Jona Willem te Water, 30.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 288