Jona Willem te Water - lid van het Zeeuws Genootschap van het eerste uur
van hoogloopende beroerten in de lente van 't gemelde jaar aan het verzoek te
voldoen. 55 Het probleem was dat dit genootschap een uitgesproken patriottische
signatuur had en daar wilde Te Water zich als orangist niet mee afficheren.
Buiten begraven was in de ogen van velen verbonden met een patriottische
politieke voorkeur. De Tielse begraafplaats had zelfs de bijnaam het 'Patriotsche
Kerkhof' gekregen. Het was zeker zo dat de voorstanders van buiten begraven in
meerderheid patriotten waren. In Vlissingen zou Nicolaas Cornelis Lambrecht-
sen, eveneens patriot, in 1790 een voorstel schrijven voor de aanleg van een bui
tenbegraafplaats.56 Hij had eerder, in 1777, een stuk opgesteld waarin hij de argu
menten voor het begraven buiten de kerk en de stad uiteenzette. Dit alles wil niet
zeggen dat alle orangisten de oude manier van begraven goedkeurden, en ook
niet dat het Zeeuws Genootschap door de aandacht voor het 'buitenbegraven'
een patriottisch genootschap was. Van Goens, Kluit en Te Water, die in geschrif
te voor hun standpunt uitkwamen, waren allen orangist. Hoewel Te Water zich
niet bij Ter Navolging voegde, stond hij wel achter de doelstelling van dit genoot
schap. In 1808 zou hij dan ook voor zichzelf en zijn vrouw een graf kopen op de
in 1791 aangelegde begraafplaats in de duinen bij Katwijk aan Zee.57 Het Zeeuws
Genootschap heeft in 1792 een vereniging in het leven geroepen die ijverde voor
de stichting van een buitenbegraafplaats.58
Aan de zijde van Van de Perre in diverse Zeeuwse genootschappen
In Zeeland waren naast het Zeeuws Genootschap diverse andere genootschappen
opgericht. Om de levendige genootschapscultuur in Zeeland beeld te brengen
daarom ook enige aandacht voor andere genootschapsactiviteiten van Te Wa
ter in Zeeland. Via het Zeeuws Genootschap raakte Te Water bevriend met de
schatrijke weldoener Johan Adriaan van de Perre, heer van Nieuwerve, Welzinge
302
55 Te Water, Levens-berigt, 275.
56 N.C. Lambrechtsen aan ZG, 27 apr. 1790, ZA, Archief ZG, inv. nr. 62, brief nr. 31; N.C. Lam-
brechtsen, Verhandeling over de ongegrondheid der redenen, waarom het begraven van lijken
in de steden en kerken binnen dit Gemeene best niet zou kunnen worden afgeschaft, en over
de bekwaamste middelen, om die gewoonte te doen ophouden (28 januari 1777), ZB, Hs 6187.
57 A.Th. van Deursen, Jacobus de Rhoer, 1722-1813. Een historicus op de drempel van een nieuwe
tijd. Groningen, 1970, 66; Begraafregister begraafplaats Zuidstraat, Kerkelijk Bureau Ned.
Herv. Gem. Katwijk aan Zee, graf no. 34 (oude gedeelte).
58 Mijnhardt, Tot Heil van 't Menschdom, 193. Ik heb niet kunnen achterhalen of deze begraaf
plaats er inderdaad is gekomen.