304 Jona Willem te Water - lid van het Zeeuws Genootschap van het eerste uur
handelingen van Bomme.63 Het lidmaatschap van het Natuurkundig Gezelschap
stond alleen open voor de rijkste heren van Middelburg. De lokale predikanten
mochten docent worden. Zij hoefden geen contributie te betalen, maar dienden
wel lezingen voor het gezelschap te verzorgen.
Te Water werd in 1781 docent van het Natuurkundig Gezelschap. Dat hij niet
veel kennis bezat van natuurkunde vormde geen bezwaar. De lessen bestonden
doorgaans uit voorlezingen van maximaal een uur naar aanleiding van de Neder
landse vertaling van de Legons de physique expérimentale (1743-1764) van abbé
Jean Antoine Nollet. Deze Franse geestelijke had in dit werk de weerslag gegeven
van zijn talloze natuurkundige voordrachten in Parijs. Te Water doceerde over de
zintuigen van de mens, over de natuur en eigenschappen van water, en over mag
netisme. Als het onderwerp te droog of te ingewikkeld was voor een bespreking
van een uur, stond het de docent vrij om er een leuker onderwerp naast te kiezen.
Proeven vulden de rest van de avond. Nollet had deze in zijn boek met behulp van
illustraties uitgewerkt. Een deskundig lid of de opzichter over de instrumenten
voerde de proeven uit.64
Behalve natuurkundige belangstelling was er onder de leden van het Natuur
kundig Gezelschap tevens interesse voor de fysico theologie, zeker bij Van de
Perre. Hij was met velen in de achttiende-eeuwse Republiek van mening dat de
studie van de natuur de mens bewondering zou bijbrengen voor de Schepper.65
De natuurwetenschap bedreigde het geloof niet, maar bevestigde het juist. De
fysicotheologen zetten hun vondsten in om atheïsten en deïsten van hun ongelijk
te overtuigen. Wie de orde in de kosmos waarnam, kon toch niet anders dan in
verwondering de lof van God bezingen. In zijn openingsrede van het op zijn initi
atief opgerichte Natuurkundig Genootschap der Dames, in 1785, zei Van de Perre
dan ook: 'O, Verrukkelijke Orde! Die kan niet anders dan in God Zelve, de Bron
63 Te Water zag op zijn beurt voor Bomme zijn verhandelingen taalkundig na. L. Bomme aan J.W.
te Water, 3 feb. 1769, 4 aug. en 7 sept. 1770 en 26 juli 1779, ZB, Hs 495, 457, 590 en 884; W.S.S.
van Benthem Jutting, Leendert Bomme 1727-1788: Een 18de eeuwse bioloog te Middelburg.
In: Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1969,
21-35, aldaar 21-22.
64 Wetten voor het Natuurkundig Gezelschap, opgerecht binnen Middelburg in Zeeland den XXIX
November MDCCLXXX. Middelburg, 1796, ZA, Archief Natuurkundig Gezelschap Middel
burg, inv. nr. 1, p. 7-8 en 19; Te Water, Levens-berigt, 316-317; Jean Antoine Nollet, Natuurkun
dige lessen, doorproefneemingen bevestigd, tot opheldering van allerley dagelyks voorkomende
zaaken I-VII. Amsterdam, 1759-1772.
65 J. Bots, Tussen Descartes en Darwin. Geloof en natuurwetenschap in de achttiende eeuw in
Nederland. Assen, 1972, 57-59.