Jack de Mooij
Het moge duidelijk zijn dat in Te Waters ogen voor zulke ideeën binnen het
Zeeuws Genootschap absoluut geen plaats mocht zijn. Andere leden waren het
hiermee eens. Johannes Hendrikus van der Palm liet zich eveneens negatief over
dezelfde verhandelingen uit, zij het op minder felle toon dan Te Water.83 De kri
tiek werd ter harte genomen. Het Genootschap trok de prijsvraag over het gods
dienstonderwijs bij gebrek aan passende antwoorden hetzelfde jaar in.84
Afwezig maar toch niet te missen bij het vijftigjarig jubileum
Door het klimmen der jaren viel de reis van Leiden naar Zeeland steeds moeilijker
voor Te Water. Hij kon het vijftigjarig jubileum van het Zeeuws Genootschap in
1818 dan ook niet meer bijwonen. Desondanks was hij bij het jubileum niet over
het hoofd te zien. N.C. Lambrechtsen, op dat moment voorzitter, noemde hem
meerdere malen met lof in zijn feestrede. Het Genootschap besloot zijn beeltenis
op te hangen tussen die van de andere Zeeuwse grootheden.85 Zo werd een nauwe
band van een halve eeuw onderstreept, die ondanks de afstand tussen Zeeland en
Leiden sterk bleef. Het ophangen van zijn portret laat zien dat Te Water, actief lid
vanaf het eerste uur, als een zeer belangrijke figuur binnen het Zeeuws Genoot
schap gezien werd. Zijn bestuurlijke inzet voor het Genootschap, zijn zeer diverse
bijdragen in de vorm van lezingen tijdens vergaderingen en de verhandelingen in
de publicatiereeks van het Genootschap, die zowel wetenschappelijk als maat
schappelijk waren, en ook zijn beoordelingen van binnengekomen verhandelin
gen maakten dat hij meer dan een halve eeuw een zeer vooraanstaand lid van het
Genootschap is geweest.
309
der Hervormde Kerke bestaan" Hervormden die zich in eene zoo ernstige zaak
als de Godsdienst is, van kunstenarijen bedienen, moeten als de verachtelijkste
menschen beschouwd worden.82
82 Te Water aan ZG, 28 okt. 1793, ZA, Archief ZG, inv. nr. 63, ingekomen stukken 1790-1799.
83 J.H. van der Palm aan ZG, ongedateerd, ZA, Archief ZG, inv. nr. 59, ingekomen stukken 1769
1789, nr. 238.
84 Mijnhardt, Tot Heil van 't Menschdom, 195 n. 181.
85 N.C. Lambrechtsen aan Te Water, 21 jan., 15 en 20 april 1818, ZB, Hs 2051, 2053 en 2028; N.C.
Lambrechtsen, Aanspraak aan de algemeene vergadering tot plegtige viering van het vijftig
jarigjubilé des genootschaps. In: Nieuwe verhandelingen van het Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen 3. Middelburg, 1821, 3, 19, 24-25.