bij Kapelle zegt hij dat daar 'misschien bij de heidensche tijden eenige gruwel
dienst is geschied, of iemand van d'oude Druïden sijn woonplaets gehad mag
hebben.'2
Het werk van Dresselhuis (1789-1861) illustreert bij uitstek de vrij plotse over
gang naar een modern-romantische benadering onder Duitse invloed, en de nei
ging om de oudheidkunde mede te beoefenen vanuit het perspectief van de jonge
discipline van de volkskunde. Reuvens, eveneens beïnvloed door deze tendens,
paste tegelijkertijd als eerste moderne, wetenschappelijke opgravingsmethoden
toe bij zijn onderzoek in 1827-1833 naar de Romeinse resten van het Forum Hadri-
ani op het landgoed Arentsburgh (Voorburg).
Na opmerkingen over de prille Nederlandse loten van de uit Duitsland overge
waaide, typisch romantische discipline van de volkskunde en de beginperiode van
de wetenschappelijke archeologie komen hierna de eerste schreden van Dressel-
huis als volkskundig publicist aan bod, diens publicatie van de offerhoogtenthe-
orie, de inzet daarvan door C.A. Rethaan Macaré ten aanzien van de Luyksberg,
en de afwijzing van de theorie in het werk van J.C. de Man. Tot slot volgen enkele
notities over latere ontwikkelingen.
Romantiek en volkskunde
Het is merkwaardig dat er maar zo weinig licht op Dresselhuis viel bij het jubileum
congres ter gelegenheid van het 225-jarig bestaan van het Zeeuws Genootschap
in 1994, waarvan de voordrachten zijn gebundeld in De Romantiek in Zeeland
(1996). Ik ontdekte hem uitsluitend in de bijdrage over 'romantisch-geologisch
natuuronderzoek' van H.A.M. Snelders, waarin Dresselhuis wordt genoemd als
auteur van De provincie Zeeland in hare aloude gesteldheid en geregelde vorming
beschouwd (1836), dat 'overigens meer over de geschiedenis en de geografie dan
over de geologie gaat, en als coauteur, met zijn eerste schoonvader Johan de Kan
ter, van De provincie Zeeland (1824). Helemaal vreemd is het, dat de bij uitstek
door de geest van de Romantiek bezielde disciplines van de geschiedbeoefening
en oudheidkunde kennelijk aan de aandacht van De Romantiek in Zeeland ont
snapten: behalve algemene voordrachten over 'de gesluierde werkelijkheid' van de
Romantiek (A.C. Zijderveld) en het genoemde artikel van Snelders waren er al-
Jan J.B. Kuipers
313
2 Geciteerd in: R.M. van Heeringen, Archeologisch onderzoek van de Duivelsberg te Kapelle,
Zuid-Beveland. In: Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland, nr. 12, 1986, 117-125.