het Rijksmuseum van Oudheden werd gesticht en de classicus en jurist Caspar
Reuvens tot directeur werd benoemd. 8 Ook in eigen bodem zocht men vooral
naar Romeinse sporen; een viertal inheemse urnen uit het Groningse Vlagtwedde
(1821) werd geboekt als urnae barbaricae. Reuvens was net als Westendorp re
dacteur van Antiquiteiten. In 1818 aanvaardde hij in Leiden een leerstoel in de 'Al-
gemeene Oudheidkunde, waarmee hij 's werelds eerste professor werd wiens op
dracht niet alleen de klassieke culturen omvatte, maar ook de oudheidkunde van
het eigen land. Reuvens' zeer moderne aanpak van het onderzoek van het Forum
Hadriani blijkt uit de aanleg van vlakken en profielen en uitvoerige notatie van
sporen en vondsten. Hij schakelde al vroeg hulpwetenschappen en specialisten in:
chemici, geologen en medici. J.A. Brongers: 'We beleven hier de overgang van de
oudhedenverzamelaars (antiquarii) naar de, in principe, moderne archeologen.9
Provinciale almanakken
De vroege Nederlandse archeologie zag sterk het nut in van volksoverleverin
gen voor de lokalisering van archeologische monumenten en vindplaatsen. De
beoefenaren van de prille volkskunde stonden met de archeologen in nauw ver
band, vaak waren beide disciplines in één persoon verenigd. Nieuwe provinciale
almanakken zoals de Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren (1835) en
de Zeeuwsche Volks-Almanak (1836) bevatten naast literair werk bijdragen van
historische, volkskundige én oudheidkundige aard. De redactie van de Zeeuwsche
Volks-Almanak werd gevormd door de jurist J. Berman en de predikant H.M.C.
van Oosterzee. Na de beroeping van Van Oosterzee naar het Brabantse Oirschot
in 1844 kwijnde het jaarboekje voort, ging onder na de aflevering van 1847 en
vond een mislukte voortzetting - weer door Van Oosterzee - in Nehalennia,
Jaarboekje voor Zeeuwsche Geschiedenis en Letteren (1849, 1850) en vervolgens in
Zeeland, Jaarboekje voor 1852.10
Nicolaas Westendorp was winnaar van de in 1822 door de Maatschappij der
Nederlandsche Letterkunde uitgeschreven prijsvraag omtrent de noordse mytho
logie, en verzamelde later voor Antiquiteiten veel folkloristica. Maar hij publi-
Jan J.B. Kuipers
317
8 L.P. Louwe Kooijmans, Opgraven in Nederland. Het werk van de archeoloog. 's-Gravenhage,
1979, 32-37.
9 J. Ayolt Brongers, Een vroeg begin van de moderne archeologie. Leven en werk van Cas Reuvens
(1793-1835). Documentatie van een geleerden-leven. NAR Nederlandse Archeologische Rap
porten 23, Amersfoort, 2002.
10 G. Baelde, Zeeuwse Volksalmanak 1836-1847. In: Nederlandse Volkskundige Bibliografie Xlll.
Antwerpen, 1971.