ontvanger C.A. Rethaan Macaré, die in zijn jeugd in de buurt op een familiebuiten had gewoond, Reuvens en Samuel de Wind, beide laatsten jurylid van de in dit jaar uitgeschreven prijsvraag 95. 'Geen berg is dan ook met betere oogen onderzocht,' aldus De Man in 1888, die de aanwezigheid van De Wind overigens niet noemt. In de Luyksberg troffen de onderzoekers onder meer as en houtskool, een restant van een eiken paal, dierenbotten en benen schaatsen aan. Voor een ge nummerde lijst van de aangetroffen vondsten en vondstcategorieën kan verwezen worden naar de Godsdienstleer, 100-104; De Man bezat later een door Reuvens gemaakte profiel van de berg, dat 'niets opheldert' en waarop een laag 'gebrande stenen' is aangetekend, 'die scheen door te lopen.' In zijn pas in 1859 gepubliceerde verslag van de opgraving wees Rethaan Ma- caré als bewijs van de heidense functie van de Luyksberg een veronderstelde 'offersteen' aan, die volgens de overlevering onder 'oude bewoners van Seroos- kerke' van de berg afkomstig zou zijn en al zeer lang dienstdeed als drempel bij de kerktoren van Serooskerke.31 De steen functioneerde naar zijn mening ooit in een 'Germaansche of Druïdische eerdienst'. Middenin de door Rethaan Macaré vrij uitgebreid beschreven steen bevond zich een uitholling voor de niet nader omschrevingen 'plengingen' van de heidense eredienst. Deze steen, waarvan een fraaie lithografie met verschillende aanzichten zijn verhandeling siert, bevindt zich overigens nog altijd aan de voet van de Serooskerkse dorpskerk. Meegevoerd op de wieken der speculatie zag Rethaan Macaré in de omgeving van de berg meer aanwijzingen voor de offertheorie (zijn etymologische excursie t.a.v. 'Hondegems-ambacht' laat ik terzijde). De nabije buitenplaats Noordhout kon bijvoorbeeld een overblijfsel zijn van een heilig Germaans woud en herin nerde misschien aan de zeegod Njord ('Niorthout'). Hiermee in verband stond de opmerkelijke vondst bij de berg van een ook door Dresselhuis al opgevoerde wervel van een walvis, met sporen van insnijding en verbranding. 'Welligt,' zo opperde de auteur, 'stond het gebruik hiervan in verband met de dienst van Niort of Neptunus, en zoo deze gissing door hetgeen men van elders weet of door latere ontdekkingen bevestigd wordt, dan zoude er veel licht verspreid zijn over de be stemming van dezen Vliedberg en de aldaar gevestigde eerdienst.'32 De kerk van Jan J.B. Kuipers 331 31 C.A. Rethaan Macaré, Eene heidensche offerplaats op Walcheren. In: Archief. Mededelingen van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1859, 84-96. 32 Dit object uit de Luyksberg werd blijkens de erop aangetroffen sporen gebruikt als hakblok (mededeling A. Feldbrugge, conservator archeologie KZGW); dergelijke wervels waren ook wel in gebruik als (kinder)krukje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 333