der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.9 Ten slotte vatte J.H.
de Stoppelaar het belang van de vondst nog eens samen voor Archief}0
In het navolgende wordt ingegaan op de werkzaamheid van de Afdeling voor
historische wetenschappen. Dat gebeurt niet met de bedoeling een complete ge
schiedenis van dit gremium te schrijven. Belangrijk is te laten zien hoe - toe
gegeven, langs allerlei kronkelwegen - de inspanningen van enkele negentien-
de-eeuwse leden van het Zeeuws Genootschap van belang zijn geweest voor
onderzoek dat in een veel recenter verleden werd uitgevoerd. Hierbij fungeert
eigen onderzoek naar leven en werk van de Nederlandse laat-humanist Hugo de
Groot (1583-1645) als specifieke invalshoek. De aandacht gaat vooral uit naar de
artikelen die de Zeeuwse amateurhistorici M.F. Lantsheer, A.A. Fokker en J. van
der Baan aan De Groot, of Grotius zoals hij in de geleerde wereld bekend stond,
hebben gewijd.
Henk Nellen
343
Meinard Frederik Lantsheer
(1819-1877). Collectie KZGW.
(Foto: Ghémar frères, Brussel)
9 Nehalennia-altaar, onlangs te Domburg ontdekt. In: Verslagen en mededelingen der Koninklijke
Akademie van Wetenschappen. Afdeeling Letterkunde, Tweede reeks, Tweede deel. Amster
dam, 1872, 62-87.
10 Nehalennia altaar met beschrijving en afbeelding. In: Archief ZGW, derde deel (1873-1878), nr.
1, 238-246. De steen, door Cornelis Diederik Tielenius Kruythoff aan het Zeeuws Genootschap
afgestaan, is nu onderdeel van de collectie van het Zeeuws Museum te Middelburg, inv. no.
G3233, 'Nehalennia-votiefsteen, klein altaar met inscriptie gevonden in de duinen van Dom
burg' (met dank aan Katie Heyning).