Sporen van Hugo de Groot tingen, viel hij ten prooi aan een weifelmoedigheid die hij ook op latere leeftijd niet opzijzette. Daardoor wees hij - anders dan Fokker - een carrière in de na tionale politiek af en weigerde hij - tot onbegrip van Fokker - lid te worden van een politieke partij. Hij was heel optimistisch in zijn oordelen, maar leed aan een gemis aan zelfvertrouwen. Vandaar - aldus nog steeds Fokker - dat hij behalve zijn in het Latijn geschreven dissertatie over raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel niets meer publiceerde, afgezien dan van de eerste delen van Zelandia illustrata.19 Dat was een opmerkelijke vergissing, want in een recent verschenen afleve ring van Archief stond wel degelijk een bijdrage van Lantsheer, een tekstuitgave van twee documenten die in de collectie van het Zeeuws Genootschap bewaard werden.20 Beide documenten hebben een duidelijke band met Zeeland. Het eerste stuk was een Latijnse brief van de Zeeuwse advocaat Johan Boreel aan Hugo de Groot, die handelde over Boreels pogingen zijn geliefde, Agnes Hayman, uit de omarming van haar moeder, een weduwe, los te wrikken en tot een huwelijk over te halen. De brief leest als de plot van een klucht. Het verhaal speelde zich vroeg in de ochtend af, op een moment dat de huishoudster nog bezig was de hal van Agnes' huis aan te vegen. Zonder zich aan de etiquette te storen, sloop Boreel na een rusteloze nacht naar binnen en diende hij zich bij zijn toekomstige schoon moeder aan om een snelle regeling voor het huwelijk af te dwingen. Agnes was dan misschien niet onwillig, maar haar moeder had twijfels over de huwelijkskan didaat gekregen. Hoewel er al een dag voor het verlovingsfeest vaststond, was zij te rade gegaan bij een schare familieleden, onder wie tante 'Theodorula, dochter 'Adrianula' en haar man, Adriaan van der Perre, in de brief aangeduid als 'stellio' (reptiel). Hij was de grootste dwarsligger, maar ook Adrianula protesteerde, want onder verwijzing naar haar vader zaliger gedachtenis en de moeizame bevallingen waarmee zij haar kinderen op de wereld had gezet, smeekte zij haar moeder Ag nes niet aan Boreel uit te huwelijken. De arme Boreel moest dus alle zeilen bijzet ten om zijn lie^e voor de poorten van de hel weg te slepen. Via een onbegrijpelijke juridische argumentatie, die erop neerkwam dat verbreking van een trouwbelofte 346 19 G.A. Fokker, Levensbericht van Mr. M.F. Lantsheer. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Leiden, 1878, 17-34, hier 30-32. In zijn dissertatie, die hij opdroeg aan zijn ouders, ging Lantsheer vooral in op de politieke werkzaamheid van raadpensiona ris Van de Spiegel in Zeeland: Dissertatio historico-politica inauguralis de rebus a Laurentio Petro van de Spiegel, in Zelandia gestis etscriptis. Utrecht, 1843. 20 Brief van J. Boreel (6 mei 1608) en Testament van Adriaan Beverland. In: Archief ZGW, derde deel (1873-1878), nr. 1, 143-152.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 348