commentaar.24 Helaas verschafte uitgebreid onderzoek in de archieven van het
Zeeuws Genootschap geen nadere gegevens over de motieven van Lantsheer om
juist deze twee bronnen te publiceren. Alleen in een brief van de Utrechtse hoog
leraar George Willem Vreede (1809-1880), met wie hij in een heel frequente brief
wisseling een fervente belangstelling voor raadpensionaris Laurens Pieter van de
Spiegel deelde, wordt aan de uitgave gerefereerd. Op 17 juni 1873 bedankte Vree-
Henk Nellen
349
Adriaan Beverland (1650
1716), olieverf op paneel,
ca. 1676, toegeschreven
aan Ary de Vois.
Amsterdam, Rijksmuseum.
24 R. De Smet en T. Wauters, Two last wills of Hadriaan Beverland (1650-1716): A comparative
study. In: Lias 39 (2001), 17-28; zie ook K. E. Hollewand, The banishment of Beverland: Sex, sin,
and scholarship in the seventeenth-century Dutch Republic. Leiden, 2019. Lantsheer gaf het in
1704 opgemaakte testament uit op basis van een afschrift van de hand van Cornelis van Alke
made, aan het Zeeuws Genootschap geschonken door H.W. Tydeman. In Archief ZGW, 2010,
154, staat onder het kopje 'Jaarverslagen 2009' te lezen: 'De kopie, vermeld in de inventaris van
de handschriften van ZGW van Van Visvliet (1861, blz. 39), is helaas onvindbaar en zal in de
ramp van 1940 ten onder zijn gegaan'. Daarom moesten De Smet en Wauters zich op de door
Lantsheer bezorgde editie baseren.