Sporen van Hugo de Groot
uitoefening van de dienst, de enige andere oplossing. In dat geval ontstond er een
juridische confrontatie tussen twee in beginsel gelijkwaardige partijen, met als
gevolg dat alle vuile was op straat kwam te liggen. De overheid moest erin berus
ten dat het proces zo aanstoot gaf, maar voor de kerkelijke partij was het nadeel
veel groter: zij leed immers een vernederend reputatieverlies, omdat zij door haar
opzet de wereldlijke macht te 'usurpeeren' de indruk wekte het voorbeeld van de
pauselijke geestelijkheid te volgen.49 De Groot schreef dit op een moment dat de
in Leiden begonnen predestinatiestrijd tot een eerste climax was opgelaaid als
gevolg van de controverse om de benoeming van de libertijnse hoogleraar Con-
radus Vorstius. In dogmatisch opzicht zou deze strijd eerst in 1619 op de Synode
van Dordrecht beslist worden.
Maar zover was het nog lang niet. In Goes speelde zich in 1612-1613 op plaat
selijk niveau al een felle machtsstrijd af, die onder vakkundige begeleiding door
Hugo de Groot, toeverlaat van Oldenbarnevelt en begaafd pleitbezorger van diens
tolerantiebeleid, tot een overwinning van de stadsregering leidde. In het licht
van het verdere verloop van de Bestandstroebelen zou weldra blijken dat het om
een Pyrrhusoverwinning ging, want in Holland slaagde de overheid er niet in de
groeiende ontevredenheid in te dammen. In Goes zelf sloeg het debacle met de
Lansbergens diepe wonden. Dat was zeker voor een belangrijk deel het gevolg
van de trotse en onverzoenlijke houding van vader en zoon Lansbergen. Philip-
pus vond zichzelf een 'vroom en getrouw herder' die nog liever stierf dan 'het
minste kladdeken te draghen tot nadeel van zijne eere ende tot schande van alle
kercken van Zeelandt.50 Hij wist zeker dat er 'noyt moorder ofte dieff ter Goes was
geweest, off hij was beter van de heeren getracteert als hij.51 Zoon Petrus liet zijn
vader meestal het woord voeren, maar hij gaf hem steeds ruggensteun.
De Goese magistraat was echter niet van zins concessies te doen, omdat bei
de predikanten halsstarrig weigerden hun inmenging in de politiek op te geven.
Uiteindelijk dwong hun strijdvaardigheid ook de kerk tot ingrijpen. Op 1 okto
ber 1613 verzamelden zich in Goes, onder toezicht van Gedeputeerde Staten van
Zeeland, vertegenwoordigers van de vier Zeeuwse classes voor een zogenaamde
'coetus', een bijeenkomst die alleen in naam van een normale provinciale synode
verschilde, maar die over benoemings- en ontslagkwesties volledige competentie
358
49 Van der Baan, Philippus en Petrus Lansbergen, 226 (bijlage I).
50 Reitsma en Van Veen, Acta V, 114 en 125.
51 Ibidem, 136.