Sporen van Hugo de Groot
spoedige publicatie.63 Van der Baan was geen lid van het Zeeuws Genootschap.
In 1869 stond hij wel op een voordrachtslijst, maar zijn kandidatuur werd op 24
februari met drie tegen negen stemmen afgewezen.64 Hij bleef in de Lansbergens
geïnteresseerd. Op 20 februari 1890 verstrekte hij Frederik Nagtglas voor diens
Levensberichten nog biografisch materiaal dat van zijn onverholen sympathie
voor beide predikanten getuigde: 'Deze twee ijverige en geleerde Evangelie-die
naars, die ten doel gesteld waren van toomlooze wraakzucht, moesten voor
de overmacht van hunne tegenstanders zwichten.65
Afsluitende opmerkingen
Er is in het verleden veel gespeculeerd over de vraag waarom de Lansbergens van
de dienst ontheven werden. Op grond van de bronnen is het zeker dat zij met hun
aanvallen op de wereldlijke autoriteiten zover waren gegaan dat in Goes, waar
een aanzienlijk volksdeel het rooms-katholicisme beleed, krachtdadig overheids
ingrijpen omwille van de openbare orde niet kon uitblijven. Ook de clandestiene
uitoefening van de geneeskunde vormde een probleem, maar het is de vraag of
het door Fokker gesignaleerde godsdienstige liberalisme een rol heeft gespeeld.
Vermoedelijk doelde Fokker op Philippus Lansbergens onderschrijving van het
copernicaanse wereldbeeld, dat immers niet strookte met een letterlijke inter
pretatie van de Bijbel.66 Nergens blijkt evenwel uit de onderzochte bronnen dat
beoefening van de astronomie in de Goese kwestie een struikelblok was. Even
min komt naar voren dat de Lansbergens in de opvlammende predestinatiestrijd
positie kozen, hetzij aan de kant van de gomaristen of contraremonstranten, die
autonomie voor de kerk opeisten, hetzij aan de kant van de arminianen of re
monstranten, die als minderheidspartij juist voor bevoogding van de kerk door
de staat pleitten omdat hun gematigde opvatting over de predestinatie alleen met
steun van de overheid binnen de Gereformeerde Kerk gedoogd zou worden. Dat
andere predikanten in de wijdvertakte Lansbergen-familie tot de remonstrantse
362
63 ZB, Handschriftenverzameling KZGW, no. 856.
64 ZA, Archief KZGW, no. 51, Notulen van bestuursvergaderingen 1863-1879, f. I22v-i26r.
65 ZB, Handschriftenverzameling KZGW, no. 1178. Vgl. het voorwoord van Nagtglas, Levensbe
richten van Zeeuwen, eerste deel. Middelburg, 1890, xv, waar de auteur zijn dank betuigt aan
'den in Zeeuwsche kerk- en schoolgeschiedenis buitengemeen ervaren Joost van der Baan, die
aan een leeftijd van 86 jaren nog de arbeidskracht en werklust van een jong mensch paart'.
66 Fokker, Philippus Lansbergen, 57-58, 69 en 76. Anders dan Fokker wil (ibidem, 58, noot 1), valt
uit de eigentijdse bronnen evenmin op te maken dat Lansbergens copernicanisme in diens
nadeel werkte.