Liberalisten en hygiënisten Fokker, De Man en de reanimatie van het Zeeuws Genootschap (1850-1900) Ad Maas Op 14 april 1848 verschijnt er tijdens een vergadering van het Middelburg se geneeskundig leesgezelschap 'De Harmonie' een brief ter tafel van de Zutphense medicus Johannes Nicolaas Ramaer (1818-1887), waarin hij het gezelschap oproept zich aan te sluiten bij 'eene op te rigten Algemeene Ne- derlandsche Maatschappij voor Geneeskunde.1 De brief legt een bom onder de geneeskundige beroepsgroep van de Zeeuwse provinciehoofdstad. Het waren toch al nerveuze tijden. Een groot deel van Europa kookte over, er waren rellen geweest in Amsterdam en Den Haag, en nog maar net enkele dagen eerder had de Grondwetcommissie onder leiding van de liberaal Johan Rudolf Thorbecke een hypermoderne grondwettekst afgeleverd, waarmee Koning Wil lem II de binnenlandse gemoederen tot bedaren hoopte te brengen. Tot overmaat van ramp moest een machteloze overheid toezien hoe een cholera-epidemie dui zenden slachtoffers eiste. Behalve een grondlegger van de Nederlandse psychiatrie was Ramaer één van de artsen die - ontevreden over de nationale medische organisatie, of eigenlijk het gebrek daaraan - voorstelde om de lokale medische gezelschappen onder één nationale moederorganisatie te scharen. Deze zou tegenover de nationale over heid een krachtige stem kunnen laten horen over medische zaken. Ramaers voorstel haalt het niet in Middelburg, maar twee van de artsen, Jan Cornelis de Man (1818-1909) en Adriaan Abraham Fokker (1810-1878), laten het 367 1 J.C. de Man, Geschiedenis van de afdeeling Zeeland der Nederlandsche Maatschappij tot Be vordering der Geneeskunst. In: Ter herinnering aan het vijftigjarig bestaan van de Vereeniging van Genees-, en Heelkundigen in Zeeland. Middelburg, 1898, 17-92, aldaar 17.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 369