1774 gekregen 'zeer aanmerkelijke verzameling van Hoorns en Schulpen, waaraan maar weinig ontbreekt om eene volkoome collectie te zijn.27 In de loop van de negentiende eeuw nam het 'Zeeuwse' aandeel in de collectie toe. Huib Zuidervaart heeft vastgesteld dat tot 1801 10% van de naturaliën inheems 'Zeeuws' was. In de periode 1801-1821 groeide dit tot meer dan een derde.28 Deze toename suggereert dat de verandering in doelstelling van het Genootschap in 1869 ten minste gedeeltelijk een eerder ingezette trend bestendigde. 'Thans, nu de Zeeuwen ruimschoots gelegenheid hebben de elders tentoongespreide "zeld zaamheden" te gaan zien, schrijft De Man in 1879, 'verlangt het genootschap niet zoo zeer naar uitheemsche voorwerpen alswel naar Zeeuwsche, waarvoor het zich zeer aanbeveelt.29' Fokker wilde de uiterste consequentie trekken uit de nieuwe doelstelling. Als het aan hem lag werd uit sommige collecties, in elk geval de zo ologische, alles wat niet Zeeuws was rücksichtlos verwijderd.30 Anderen wilden minder ver gaan. Het resultaat was een zekere ambivalentie tegenover alles wat niet-Zeeuws was, en een inconsistentie die museumcollecties vaak nu eenmaal ei gen is. Een voorbeeld was een klein kabinet uitheemse volkenkunde. Dit was 'voor ons een hors de saison' maar bleef niettemin behouden.31 Ironisch genoeg was ook de collectie mineralen waaraan Fokker zelf werkte, geenszins als Zeeuws, of zelfs maar als Nederlands te bestempelen.32 Door middel van putboringen probeerde Fokker de Zeeuwse klei- en zandstructuren aan de basalten uit het Zevengebergte en het kiezelmangaan uit de Harz toe te voegen.33 Ook de verzameling schelpen (concyliën) was internationaal, maar rond 1870 besloot het Genootschap 'de ont brekende en hier of daar in ons land tehuis behoorende soorten zoveel mogelijk aan te schaffen.34 Verzamelingen die anno 1869 al wel overwegend of geheel Zeeuws waren, was de oudheidkundige verzameling (in die zin dat ze onder de Zeeuwse Ad Maas 375 27 Ibidem, 10. 28 Zuidervaart, Kabinet. 29 J.C. de Man, Naamlijst van voorwerpen van zoölogische aard alsmede van anthropologische en pathologische voorwerpen. Middelburg, 1869, 6. 30 J.C. de Man, In memoriam dr. A.A. Fokker. In: Archief: mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, nr. 24, 1880, III-XV. 31 W. Polman Kruseman, Levensbericht van dr. J.C. de Man. In: Archief: mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, nr. 54, 1910, xxxviii-cxxviii, op lxxxvii. 32 A.A. Fokker, F. Seelheim, Naamlijst der mineraliën en van eene geologische suite in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Middelburg, 1869. 33 Verslag van het verhandelde in de algemeene vergadering van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1869-1874. Middelburg, 1874, vol. 6, 68. 34 Y. Keijzer, Catalogus der conchyliën, toebehoorende aan het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen. Middelburg, 1869; Verslag algemeene vergadering 1869-1874, 67.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2019 | | pagina 377