Liberalisten en hygiënisten
Fokker, De Man en de reanimatie van het Zeeuws Genootschap (1850-1900)
Deze drongen de private collecties op het tweede plan91 en hadden autonoom
handelende professionals in dienst, zoals het gedemocratiseerde Genootschap
conservatoren voor deelcollecties kreeg en - gevoelsmatig in elk geval - deel ging
uitmaken van de 'collectie Nederland!
Tot slot valt de equivalentie op tussen de collectie-inventarissen met classifica
ties waarin de objecten waren teruggebracht tot een of enkele relevante parame
ters, en de geneeskundige statistiek, die ook de empirische veelheid reduceerde
tot enkele meetbare of telbare eigenschappen. Deze manier van beschrijving ver
ving de casuïstische ziektebeschrijvingen van de traditionele geneeskunde aan de
ene kant en de bijzondere, individuele objectbeschrijvingen van het Genootschap
anderzijds. Dergelijke standaardisering en kwantificering is, zoals Theodore Por
ter heeft uiteengezet, typerend voor een natiestaat die de grenzen van het lokale
overschrijdt en waarin experts en bureaucraten het voor het zeggen krijgen.92 In
aansluiting daarmee heeft James C. Scott in zijn boek Seeing like a State (1998)
betoogd hoe dergelijke schematiseringen van de werkelijkheid de manier vormen
waarmee de staat zich een beeld van land en bevolking vormde, teneinde zijn
controle te vergroten. Zien als een staat, dat is inderdaad de blik waarmee Fokker
en De Man het Genootschap bekeken.
392
91 Over de teruggang van private 'natuurfilosofische' collecties in het negentiende-eeuwse
Nederland, Zie. H.J. Zuidervaart, Cabinets for experimental philosophy in the Netherlands. In:
J. Bennett, S. Talas, (red.), Cabinets of experimental philosophy in eighteenth-century Europe.
Leiden, Boston, 2013, 1-26.
92 Th. Porter, Trust in numbers. The pursuit in objectivity in science and public life. Princeton
1995.